Thema 4 Ordening

Thema 4 PTA toetsweek juni
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 PTA toetsweek juni

Slide 1 - Tekstslide

Planning PTA-toets
- kennis versterken van 4.1 t/m 4.6
- kennisquiz / herhaling van de stof
- ga zelfstandig aan de slag met je boek tekst + opdrachten
- PTA thema 4 begin juni in PTA week
doel: blijven herhalen van de stof totdat je het onthoudt!!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1 
Ik kan uitleggen wat ordening is
Ik kan de groepen indeling van groot naar klein
Ik kan organismen indelen in rijken door naar cellen te kijken
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een soort en een ras 

Slide 3 - Tekstslide

wat is ordenen?
ordenen = dingen sorteren

Slide 4 - Tekstslide

Ordening

Slide 5 - Tekstslide

4 Rijken

Slide 6 - Tekstslide

Een soort levert vruchtbare nakomelingen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2 
Ik kan de kenmerken van bacteriën noemen
Ik kan uitrekenen hoe bacteriën vermeerderen
Ik kan uitleggen waarom bacteriën nuttig zijn en schadelijk
 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn bacterie-kenmerken?
geen celkern, cytoplasma, celwand
alleen zichtbaar met elektronische microscoop
voortplanting door deling
nuttig bijv: medicijnen maken, afval afbreken, vertering
schadelijk bijv: voedselvergiftiging en chlamydia

Slide 9 - Tekstslide

Voortplanting door deling
Elk half uur een verdubbeling (dus x2)

1e half uur: 0-30 min 1 x 2 = 2
2e half uur: 30-60 min 2 x 2 = 4
3e half uur: 60-90 min 4 x 2 = 8

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zijn bacteriën nuttig?
Biotechnologie
- Maken van voedingsmiddelen (bijv. yoghurt)
- Maken van medicijnen (bijv. insuline)

Het opruimen van dode organismen
Verteren van celwanden in de dikke darm

Slide 11 - Tekstslide

Waarom zijn bacteriën schadelijk?
Zij veroorzaken ziektes: 
Longontsteking, oorontsteking, blaasontsteking, cholera..

Zij bederven voedsel

Slide 12 - Tekstslide


Bacteriën hebben ...
A
Celkern, celwand & celmembraan
B
Vacuole, celwand & bladgroenkorrels
C
Celkern & celwand
D
Celwand & celmembraan

Slide 13 - Quizvraag

Welke groep is groter? Een stam of een klasse?
A
stam
B
klasse
C
even groot
D
soms stam, soms klasse

Slide 14 - Quizvraag

Dezelfde soort?

Slide 15 - Tekstslide

hoe plant een bacterie zich voort?
A
door deling
B
door geslachtelijke voortplanting
C
met sporen
D
door meiose

Slide 16 - Quizvraag

bacterien
  • voortplanting door deling
  • eencellig
  • celwand
  • cytoplasma
  • geen celkern

Slide 17 - Tekstslide

1 bacterie plant zich elk half uur voort.
We starten met 1 bacterie. Hoeveel zijn er na 90 min?
A
3 x 30 = 90 dus 3
B
1 x 90 = 90
C
1 x 2 = 2 2 x 2 = 4 4 x 2 = 8
D
90 : 2 = 45

Slide 18 - Quizvraag

Delende bacterien
30 min. 
30 min.

Slide 19 - Tekstslide

Stel ik begin met 1 bacterie. Deze deelt zich elke 30 minuten. Hoeveel heb ik er dan na 120 minuten?
A
6
B
8
C
16
D
32

Slide 20 - Quizvraag

Leerdoelen 4.3
Ik kan de kenmerken van schimmels noemen
Ik kan uitleggen hoe schimmels zich voortplanten
Ik kan uitleggen waarom schimmels nuttig zijn en schadelijk
 

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen schimmel

celwanden 

celkern

geen bladgroenkorrels

eencellig / veelcellig

schimmeldraden.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe plant een eencellige schimmel zich voort?
A
Door deling
B
Door eieren
C
Door sporen
D
Door zaad

Slide 23 - Quizvraag

Welke bewering over mossen is juist?
A
Mossen hebben sporendoosjes
B
Mossen hebben sporenhoopjes
C
Mossen hebben zaden in bloemen
D
Mossen hebben zaden in kegels

Slide 24 - Quizvraag

Leerdoelen 4.4
Ik kan kenmerken noemen waarop planten worden geordend
Ik kan planten in stammen mossen, paardenstaarten, varens en zaadplanten
Ik kan verschillen noemen tussen naaktzadigen en bedektzadigen 

 

Slide 25 - Tekstslide

Planten
Het plantenrijk wordt ingedeeld in 4 stammen:
- mossen
- paardenstaarten
- varens
- zaadplanten

Slide 26 - Tekstslide

Welke klasse heeft bloemen?
A
Bedektzadigen
B
Naaktzadigen

Slide 27 - Quizvraag

naaktzadigen
kegels en dennenappels

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen 4.5
Ik kan kenmerken noemen waarop dieren worden geordend
Ik ken de kenmerken van 11 stammen om dieren in te delen
Ik ken kenmerken van vier klassen in de stam geleedpotigen
Ik ken kenmerken van vijf klassen in de stam gewervelden

 

Slide 29 - Tekstslide

In welke van onderstaande stammen zijn de dieren niet-symmetrisch
A
Stekelhuidigen & neteldieren
B
Sponzen & eencelligen
C
Gewervelden & Geleedpotigen
D
Insecten & Weekdieren

Slide 30 - Quizvraag

Stammen dieren

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel poten heeft een spinachtige?
A
6 poten
B
8 poten
C
10 tot 14 poten

Slide 32 - Quizvraag

geleedpotigen

Slide 33 - Tekstslide

Welke kenmerken heeft een reptiel?
A
levendbarend
B
eieren met kalkschaal
C
constante lichaamstemperatuur
D
koudbloedig

Slide 34 - Quizvraag

Je ziet hier van het dierenrijk een...
A
Amfibie
B
Vis
C
Vogel
D
Reptiel

Slide 35 - Quizvraag

Een pinguïn is een.......
A
Zoogdier
B
vogel
C
vissoort
D
reptiel

Slide 36 - Quizvraag

gewervelden

Slide 37 - Tekstslide

de groepen van deze soort noteer je zo:
rijk: dieren
A
Stam: geleedpotigen, Klasse: zoogdieren
B
Stam: gewervelden, Klasse: amfibieën
C
Stam: geleedpotigen, Klasse: amfibieën
D
Stam: gewervelden, Klasse: zoogdieren

Slide 38 - Quizvraag

Leerdoelen 4.6
Ik kan determineren met een zoekkaart
Ik kan determineren met een determineertabel

 

Slide 39 - Tekstslide

Determineren met een determinatietabel

Slide 40 - Tekstslide

Determineren opschrijven
1a planten, 4a, 5b zaadplanten

Slide 41 - Tekstslide

Determineren met een determinatietabel

Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar de online methode van BVJ
Maak de opdrachten van 4.1 t/m 4.5.
Maak ze met je boek. Elke goed beantwoorde vraag levert bonuspunten op bij PTA Thema 4.

timer
10:00

Slide 43 - Tekstslide