H9 toetsvoorbereiding test

De vervangingsweerstand in een serieschakeling bereken je door de weerstanden bij elkaar op te tellen.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De vervangingsweerstand in een serieschakeling bereken je door de weerstanden bij elkaar op te tellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

De vervangingsweerstand in een parallelschakeling bereken je door het verschil te nemen tussen de grootste en de kleinste weerstand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Een potmeter is een regelbare weerstand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

1. Een LDR kun je gebruiken in een thermostaat om de temperatuur te regelen.
2. Als een NTC warmer wordt, dan wordt zijn weerstand groter.
A
Allebei waar
B
1 is waar, 2 is niet waar
C
1 is niet waar, 2 is waar
D
Allebei niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Door welke weerstand loopt de grootste stroom?
A
De stroom is door beide weerstanden even groot
B
Door de weerstand van 60 Ω
C
Door de weerstand van 20 Ω
D
Dat kun je niet weten, want de spanning is niet gegeven

Slide 5 - Quizvraag

De weerstand van een NTC kan in korte tijd sterk veranderen.
Wanneer wordt de weerstand van een NTC groter?
A
Meer licht op de NTC
B
Minder licht op de NTC
C
Temperatuur van de NTC daalt.
D
Temperatuur van de NTC stijgt.

Slide 6 - Quizvraag

De weerstand van een LDR kan in korte tijd sterk veranderen.
Wanneer wordt de weerstand van een LDR kleiner?
A
Meer licht op de LDR
B
Minder licht op de LDR
C
Temperatuur van de LDR daalt
D
Temperatuur van de LDR stijgt

Slide 7 - Quizvraag

Hoe groot is de vervangingsweerstand van R1 en R2?
A
0,3 Ω
B
3 Ω
C
8 Ω
D
16 Ω

Slide 8 - Quizvraag

Parallel schakeling en de vervangingsweerstand



Je berekent deze met:

Slide 9 - Tekstslide

Wat geeft de stroommeter aan?
A
1,5 A
B
3 A
C
4 A
D
6 A

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 13 - Quizvraag

Welk materiaal is geschikt om als geleider in het bekerglas te hangen?
A
Glas
B
Grafiet (koolstof)
C
Rubber
D
Plastic

Slide 14 - Quizvraag

Gaat de zoemer zoemen als de deur opengaat?
A
Nee, want dan is het reedcontact dicht
B
Ja, want dan is het reedcontact dicht
C
Nee, want dan is het reedcontact open
D
Ja, want dan is het reedcontact open

Slide 15 - Quizvraag

Transistor of een relais?
  1. Met een ??? kun je grotere spanningen schakelen dan met een ???
  2. Met een ??? kun je alleen gelijkspanningen schakelen, met een ??? ook wisselspanningen
  3. Bij een ??? is de stuurkring (met de aan/uit schakelaar) elektrisch gescheiden van de hoofdkring (met het apparaat). Dat is veiliger als er grote spanningen geschakeld moeten worden
  4. Een ??? is veel goedkoper dan een ???
  5. Een ??? klikt bij het schakelen, een ??? schakelt zonder geluid

Slide 16 - Tekstslide

Transistor of een relais?
  1. Met een RELAIS kun je grotere spanningen schakelen dan met een TRANSISTOR
  2. Met een TRANSISTOR kun je alleen gelijkspanningen schakelen, met een RELAIS ook wisselspanningen
  3. Bij een RELAIS is de stuurkring (met de aan/uit schakelaar) elektrisch gescheiden van de hoofdkring (met het apparaat). Dat is veiliger als er grote spanningen geschakeld moeten worden
  4. Een TRANSISTOR is veel goedkoper dan een RELAIS
  5. Een RELAIS klikt bij het schakelen, een TRANSISTOR schakelt zonder geluid

Slide 17 - Tekstslide

Je sluit de schakelaar enige tijd. Daarna zet je de schakelaar weer open.
A
Dan gaat het lampje steeds zachter branden
B
Dan blijft het lampje gewoon branden
C
Dan gaat het lampje direct uit
D
Dan gaat de condensator kapot

Slide 18 - Quizvraag