GGZ Depressie versus dementie

Depressie VS dementie 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Depressie VS dementie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les opzet 
  1.  Lees de casus van Tineke Kruiswijk  (opnieuw) goed door en schrijf voor jezelf op wat volgens jou belangrijke aandachtspunten zijn voor de begeleiding die ze nodig hebben.
  2. Maak in tweetallen de opdracht die staat in canvas.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur: Als herstel niet meer mogelijk is.
Thema 8: Geestelijke gezondheidszorg

Hoofdstuk 8.6: Psychiatrie en somatiek
B: Organisch-psychiatrische ziektebeelden
Hoofdstuk 8.8: Crisissituaties
E: Suïcidaliteit in de GGZ

Thema 4: Begeleiden in de zorg

Hoofdstuk 4.10: Palliatieve en terminale zorg verlenen
B: Verpleegkundige zorg tijdens de palliatieve en terminale zorg
D: Aandachtspunten bij verschillende levensfases
Bijzondere doelgroepen palliatieve en terminale zorg


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit balans
Veel ouderen hebben hun partner verloren
Het lichaam vertoont gebreken
Het verwerken van informatie gaat minder snel


Veel ouderen hebben psychosociale problemen. 
Deze problemen kunnen zich uiten in angsten, somberheid, eenzaamheid, verdriet, depressie of somatische klachten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn uitlokkende factoren voor het ontstaan van een depressie?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitlokkende factoren depressie
Een biologische factor die een rol speelt wanneer je ouder bent, is invaliditeit of ziekte. Als je lijdt aan één van de volgende ziekten loop je een grotere kans een depressie te krijgen:

  • beroerte
  • hart- en vaatziekten
  • ziekte van Parkinson
  • diabetes
  • schildklier- en bijnierschorsafwijkingen

De depressie is dan direct het gevolg van de ziekte, maar ook het verlies van mogelijkheden en verandering van levensperspectief spelen mee.
  • Sociale factoren: overlijden van een partner, familielid, verhuizing naar een verzorgingshuis.
  • Psychische factoren; Persoonlijke eigenschappen bijv. het vermogen om problemen op te lossen, verdriet te verwerken en steun te vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkele feiten
Depressie bij ouderen is een veelvoorkomend gezondheidsprobleem. 
  • 2 tot 3% van de ouderen heeft een ernstige depressie. 
  • Een veel groter aantal, 15 tot 20%, heeft een lichte vorm. 
  • Van de 1500 mensen die jaarlijks als gevolg van een depressie hun leven beëindigen, is een derde ouder dan zestig jaar.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachten bij depressie?
Welke kun je benoemen....

Slide 8 - Woordweb

Klachten bij depressie;
concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid
slaapproblemen: moeite met in slaap vallen of doorslapen, of moeilijk uit bed kunnen komen
lichamelijke klachten zoals verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst, en hoofd- en rugpijn
somberheid, lusteloosheid en prikkelbaarheid
denken aan zelfdoding
gebrek aan interesse en plezier,
sterke neiging tot piekeren
grote vermoeidheid
gebrek/toename aan eetlust en gewichtsverlies/gewichtstoename
traagheid in praten, denken en bewegen, of juist lichamelijk onrust
het gevoel van binnen dood of leeg te zijn
gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst
huilen zonder dat dit oplucht of graag willen huilen maar dit niet kunnen
schuldgevoelens/gevoel niets waard te zijn
nauwelijks of geen zin in seksueel contact

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een depressie bij ouderen wordt nog wel eens toegeschreven aan ouderdom
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Depressie herkennen bij ouderen
  • stemming is eerder mat en gelaten (ipv extreme somberheid)
  • eerder lichamelijk zoals duizelig zijn, droge mond, pijn zonder duidelijke redenen, problemen met de stoelgang, druk op de borst, trillende handen en rugpijn.
  • Ook een minder goede verzorging van het uiterlijk of gebrek aan interesses kan duiden op een depressie.

Een depressie bij ouderen wordt vaak niet herkend. Dat komt omdat de klachten aan de leeftijd worden toegeschreven, maar ook omdat de depressie verschilt met die van jongere mensen met een depressie.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachten bij depressie; 
  • concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid
  • slaapproblemen: moeite met in slaap vallen of doorslapen, of moeilijk uit bed kunnen komen
  • lichamelijke klachten zoals verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst, en hoofd- en rugpijn
  • somberheid, lusteloosheid en prikkelbaarheid
  • denken aan zelfdoding
  • gebrek aan interesse en plezier,
  • sterke neiging tot piekeren
  • grote vermoeidheid
  • gebrek/toename aan eetlust en gewichtsverlies/gewichtstoename
  • traagheid in praten, denken en bewegen, of juist lichamelijk onrust
  • het gevoel van binnen dood of leeg te zijn
  • gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst
  • huilen zonder dat dit oplucht of graag willen huilen maar dit niet kunnen
  • schuldgevoelens/gevoel niets waard te zijn
  • nauwelijks of geen zin in seksueel contact

Slide 12 - Tekstslide

Met name de eerste vijf verschijnselen komen veel voor wanneer je ouder bent en een depressie hebt.
Concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid zijn geen klachten die passen bij depressie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stemming is eerder mat en gelaten bij depressieve ouder in plaats van extreem somber.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips....
Noteer voor jezelf 5 waardevolle tips die jij een zorgvrager met een depressie kunt adviseren.
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen als zorgverlener?
  • Overleg met de client en familie, benoem wat je waarneemt;
  • Overleg met collega's/arts;
  • Maak gebruik van observatielijsten bijv.  "psychosociale problemen bij ouderen"
  • Help de zorgvrager structuur aan te brengen in de dag
  • Kijk samen met de zorgvrager naar activiteiten waar hij/zij aan deel kan nemen.
  • Observeer en evalueer het effect van de ingezette acties.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er in je op als je denkt aan dementie?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dementie
Dementie: informatie wordt niet goed verwerkt
Er gaan zenuwcellen in de hersenen kapot
50 hersenziektes
1 op de 5, meer vrouwen
Denkstoornissen (=Cognitieve stoornissen)
Boven de 90 jaar = 40% een vorm van dementie 

  • Geheugenstoornissen
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie:  verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie:  onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie en depressie zijn twee verschillende aandoeningen.
Toch is het vaak moeilijk om dementie en depressie van elkaar te onderscheiden. Sommige symptomen lijken namelijk erg op elkaar, bijvoorbeeld:
  • Een oudere cliënt met een depressie kan net zoals een oudere cliënt met dementie vergeetachtig zijn.
  • Vertraging van gedrag en energieverlies kunnen bij beide aandoeningen voorkomen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Depressie wordt verward met dementie door:
  • vergeetachtigheid
  • de weg kwijtraken in een vreemde omgeving 

  • Dementerende en depressieve ouderen kunnen allebei last hebben van geheugen- en concentratieproblemen. 
  •  De desinteresse die bij een depressie hoort, kan ervoor zorgen dat iemand minder met zijn omgeving bezig is.                        Het lijkt alsof hij of zij niet meer weet welke dag het is of continu namen van bekenden vergeet of huishoudelijke klusjes in de soep laat lopen. Hierdoor denkt de omgeving, waaronder ook zorgverleners, soms onterecht dat iemand aan het dementeren is. Echter ontstaan deze klachten door een trage en geremde gedachtegang.
  • Depressie kan het eerste teken zijn dat een oudere zorgvrager gaat dementeren (Medisch contact: Toenemende depressie eerste teken dementie)

Een dementerende kan wel last hebben van een depressie.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie
Dementie: informatie wordt niet goed verwerkt
Er gaan zenuwcellen in de hersenen kapot
50 hersenziektes
1 op de 5, meer vrouwen
Denkstoornissen (=Cognitieve stoornissen)
Boven de 90 jaar = 40% een vorm van dementie 

  • Geheugenstoornissen
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie:  verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie:  onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie en depressie zijn twee verschillende aandoeningen.
Toch is het vaak moeilijk om dementie en depressie van elkaar te onderscheiden. Sommige symptomen lijken namelijk erg op elkaar, bijvoorbeeld



  • Een oudere cliënt met een depressie kan net zoals een oudere cliënt met dementie vergeetachtig zijn.
  • Vertraging van gedrag en energieverlies kunnen bij beide aandoeningen voorkomen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie is geneesbaar is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een overeenkomst tussen depressie en dementie.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verdieping : Verschil dementie en depressie

Ieder tweetal krijgt een flap-over.
Maak een evenredige verdeling (Depressie, Dementie).
Pak de kenmerkenlijst erbij en noteer de kenmerken bij het juiste kopje.

Zorg dat jullie samen terug kunnen koppelen wat de verschillen en overeenkomsten zijn.



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel wat je hebt geleerd vandaag?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
  • https://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/richtlijnen-dementie-depressief2.pdf
  • https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/depressie
  • https://mindblue.nl/depressie/depressie-ouderen
  • https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/toenemende-depressie-eerste-teken-dementie.htm

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies