Motiverende gespreksvoering

Intro motiverende gespreksvoering
Onderdeel van de lessen communicatie in de module 'zelfzorg'
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Intro motiverende gespreksvoering
Onderdeel van de lessen communicatie in de module 'zelfzorg'

Slide 1 - Tekstslide


Soms kom je een cliënt tegen die meer kan dan dat hij doet of wil doen. 
Jij, als (persoonlijk) begeleider kunt een belangrijke rol spelen bij een gedragsverandering bij je cliënt. 
Maar hoe?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is belangrijk als je een gedragsverandering teweeg wilt brengen?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan benoemen wat het verschil is tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.
  • De student herkent de uitgangspunten van motiverende gespreksvoering.
  • De student kan uitleggen wat de 2 fases van motiverende gespreksvoering inhouden.
  • De student benoemt het verschil tussen behoudtaal en verandertaal. 

Slide 5 - Tekstslide

Motivatie
Motiverende gespreksvoering gaat over motivatie.
Je wilt dat je cliënt gemotiveerd raakt om actie te ondernemen, om een resultaat te bereiken.

Slide 6 - Tekstslide

2 soorten motivatie
  • Intrinsieke motivatie: Motivatie die uit jezelf komt; je doet iets omdat je het zelf graag wilt.

  • Extrinsieke motivatie: Motivatie die ontstaat door een prikkel van buitenaf. Je doet iets omdat het moet of omdat je ervoor beloond wordt of om iets vervelends te voorkomen.

Slide 7 - Tekstslide


Motivatie is dus de basis om aan de slag te gaan met een bepaald doel.

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf voor jezelf op: ben je intrinsiek of extrinsiek gemotiveerd om deze opleiding te volgen?
Waarom?
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Welke vorm van motivatie is vaak effectiever/duurzamer denk je?
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 10 - Quizvraag


Drie dingen zijn belangrijk als het gaat om motivatie:

  1. Willen: Je ziet de noodzaak of voordelen ervan in
  2. Kunnen: Je vertrouwt erop dat je je gedrag kunt veranderen
  3. Er klaar voor zijn: Je wilt je gedrag echt veranderen en bent bereid ervoor te gaan

Slide 11 - Tekstslide

Motiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering is een methode die je toepast om ervoor te zorgen dat je cliënt intrinsiek gemotiveerd raakt om zelf zijn gedrag te veranderen.

Het is belangrijk dat de cliënt zelf gaat inzien welk gedrag hij kan veranderen en wat maakt dat deze verandering goed voor hem is.

Slide 12 - Tekstslide

2

Slide 13 - Video

00:27
Is deze aanpak motiverend?
Ja
Nee

Slide 14 - Poll

00:43
Is deze aanpak motiverend?
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Uitgangspunten motiverende gespreksvoering




  • Partnerschap: werk vanuit een gelijkwaardige relatie
  • Acceptatie: accepteer de cliënt zoals hij is. Hij beslist zelf!
  • Compassie: je probeert de gedachten, gevoelens, doelen, wensen en verwachtingen van de cliënt te begrijpen 
  • Ontlokken: belang van cliënt staat voorop, jij ondersteunt waar kan.

Slide 16 - Tekstslide

Motiverende gespreksvoering bestaat uit 2 fases

Slide 17 - Tekstslide

Fase 1
  • De motivatie om te veranderen staat centraal
  • Je probeert erachter te komen hoe de cliënt denkt over de verandering
  • Vaak willen mensen aan de ene kant wel veranderen maar aan de andere kant niet. Dit noem je ambivalentie.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Jouw uitdaging als (persoonlijk) begeleider is om behoudtaal (weerstand) zoveel mogelijk te verminderen en verandertaal uit te lokken.

In het boek spreekt men van bezwaartaal

Slide 23 - Tekstslide

Verandertaal
  • Het hardop uitspreken van je wensen en behoeften maakt het makkelijker om te veranderen
  • Hoe vaker je zegt dat je iets wilt veranderen, hoe groter je intrinsieke motivatie is om het daadwerkelijk te doen
  • Tijdens motiverende gespreksvoering leg je vooral de nadruk om de uitspraken die pleiten vóór de verandering. Dat is verandertaal

Slide 24 - Tekstslide

Verandertaal uitlokken in fase 1
  • 'Wat wil je bereiken?' 
  • 'Hoe ziet dat eruit?'
  • 'Wat is daarbij voor jou belangrijk?'
  • 'Wat levert het je op?'

Slide 25 - Tekstslide

Fase 2
  • De cliënt heeft genoeg motivatie
  • In deze fase richt je je op de betrokkenheid van de cliënt bij de gedragsverandering en het plan om deze te bereiken 
  • Je stelt vragen over hoe hij zijn doel wil bereiken en laat merken dat je hem graag wilt helpen
  • Je stelt vooral vragen: 'Hoe ga je ervoor zorgen dat het lukt?' en 'Wat heb je van mij nodig?'

Slide 26 - Tekstslide

Verandertaal uitlokken in fase 2
  • 'Welke stappen moeten er gezet worden?' 
  • 'Waar ben je goed in en hoe kun je dat gebruiken?'
  • 'Wanneer heb je eerder met een lastige situatie te maken gehad en hoe heb je dat toen aangepakt?' 
  • 'Wat zou je nu kunnen doen?'

Slide 27 - Tekstslide


Nu kun  je je kennis testen en kijken of je de lesdoelen hebt behaald.

Klaar? Daar gaan we!

Slide 28 - Tekstslide

'Als ik een goede planning maak geeft mij dat rust' (redenen)

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 29 - Quizvraag

'Maar roken is ook gezellig, en het ontspant me gewoon als ik stress heb'

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 30 - Quizvraag

'Ik baal ervan dat ik hier elke keer tegenaan loop, ik wil er nu echt eens vanaf'

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 31 - Quizvraag

Je doet extra goed je best bij Engels omdat je een reis naar Engeland gaat maken en je de taal dan goed wilt beheersen
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 32 - Quizvraag

Je doet mee als collectant voor de Hartstichting, omdat je oom problemen met z'n hart heeft.
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 33 - Quizvraag

Je neemt altijd je boek mee naar de les, omdat je er anders uitgestuurd wordt
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 34 - Quizvraag

Wat is ambivalent?
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd
C
Je twijfelt aan je gewoonte. Zal ik dit wel of niet aanpakken?
D
Niemand kan je tegenhouden je doel te bereiken.

Slide 35 - Quizvraag

In fase 1 van motiverende gespreksvoering is de cliënt altijd intrinsiek gemotiveerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

In fase 2 van motiverende gespreksvoering betrek je vooral de cliënt bij de verandering en het plan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Wat is geen uitgangspunt bij motiverende gespreksvoering?
A
Ontlokken
B
Acceptatie
C
Overtuigen
D
Partnerschap

Slide 38 - Quizvraag

Ben je intrinsiek gemotiveerd om meer over dit onderwerp te weten te komen?

Lees verder in je boek: communicatie en gedrag thema 7

Slide 39 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht!
Ik vond deze les interessant:
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll