Klas 4 TL Herhaling Voeding en vertering
1 / 40
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Noem minstens 3 voedingsmiddelen die gemaakt worden met behulp van bacteriën.
Slide 3 - Woordweb
Yoghurt, zuurkool, kaas
Noem minstens 3 voedingsmiddelen die gemaakt worden met behulp van schimmels.
Slide 4 - Woordweb
Bier, wijn, brood, oliebollen, schimmelkaas
Wat is enzymactiviteit?
A
De activiteit van de enzymen
B
De werking van enzymen
C
De snelheid waarmee een enzym een reactie versneld
D
De snelheid waarmee het enzym verteerd wordt.
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van enzymen?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Koraal bedreigd!
Voor de teruggang van de koraalriffen worden diverse oorzaken genoemd. Eén daarvan is temperatuurstijging ten gevolge van het versterkte broeikaseffect. Temperatuurstijging leidt tot een verstoring van de fotosynthese bij de algen. De verstoring van de fotosynthese zou veroorzaakt kunnen worden doordat de betrokken enzymen niet meer optimaal werken. Waardoor vermindert enzymwerking als de temperatuur hoger is dan de optimumtemperatuur?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In het speeksel zit het enzym Amylase. Dit enzym versnelt de vertering van zetmeel. Kan dit enzym ook de vertering van eiwitten versnellen? leg je antwoord uit.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Drogen
luchtdicht verpakken
Pasteuriseren
Zuur toevoegen
Steriliseren
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Voedingsstoffen
Slide 11 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Noem de 4 functies van voedingsstoffen
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn voedingsvezels ?
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
voedingsvezels
VEEL
weinig
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
In één van de vakken van de schijf van vijf horen producten als pasta, aardappel, rijst en brood.
Welke voedingsstoffen zitten vooral in deze producten?
Welke voedingsstoffen zitten vooral in deze producten?
A
eiwitten en mineralen
B
vetten en vitaminen
C
vitaminen en voedingsvezels
D
vitaminen en zetmeel
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de afbeelding zie je de schijf van vijf.
In welke twee vakken komen
voedingsmiddelen voor die
rijk zijn aan voedingsvezels?
In welke twee vakken komen
voedingsmiddelen voor die
rijk zijn aan voedingsvezels?
A
Vak 1 en 2
B
Vak 1 en 4
C
Vak 2 en 4
D
Vak 3 en 4
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De schijf van vijf helpt om gezond eten uit te zoeken.
Welke maaltijd bevat uit alle vijf de vakken iets?
Maaltijd 1 kip, aardappel, boontjes, jus, glas water
Maaltijd 2 glas melk, broodje met kaas en komkommer, boter erop
Maaltijd 3 sinaasappel, komkommer, bakje yoghurt met muesli
Welke maaltijd bevat uit alle vijf de vakken iets?
Maaltijd 1 kip, aardappel, boontjes, jus, glas water
Maaltijd 2 glas melk, broodje met kaas en komkommer, boter erop
Maaltijd 3 sinaasappel, komkommer, bakje yoghurt met muesli
A
Maaltijd 1.
B
Maaltijd 1 en 2.
C
Maaltijd 3.
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk van de onderstaande vakken is het grootst in de schijf van vijf?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
groente/fruit
D
vocht
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is grondstofwisseling?
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Van welke 4 factoren is de grondstofwisseling afhankelijk?
Slide 22 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In de bakken hiernaast zie je een kikker (koudbloedig) en een muis (warmbloedig) bij verschillende temperaturen.
In welke bak zal de hoogste grondstofwisseling zijn?
In welke bak zal de hoogste grondstofwisseling zijn?
A
Bak 1
B
Bak 2
C
Bak 3
D
Bak 4
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Mondholte
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Lever
Blinde darm
Slide 25 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Galblaas
Alvleesklier
12-vingerige darm
Endeldarm
Slide 26 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de 3 functies van darmperistaltiek?
Slide 27 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke 3 voedingsstoffen hoeven niet verteerd te worden?
Slide 29 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Verteringssap mondholte = (1)
Er wordt verteerd: (2)
Overige functie: (3)
Er wordt verteerd: (2)
Overige functie: (3)
A
1 = speeksel, 2 = eiwitten, 3 = bacteriën doden
B
1 = speeksel, 2 = koolhydraten, 3 = voedsel glad maken
C
1 = speeksel, 2 = zetmeel, 3 = voedsel glad maken en bacteriën doden
D
1 = speeksel, 2 = vetten, 3 = voedsel glad maken en bacteriën doden.
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke voedingsstof wordt verteerd door het maagsap? Wat is de andere functie van maagsap?
Slide 31 - Open vraag
eiwitten verteren en bacteriën doden door zure pH
Maken de slokdarm en de twaalfvingerige darm verteringssappen aan?
A
Ja, beide.
B
De slokdarm niet, de twaalfvingerige darm wel.
C
De slokdarm wel, de twaalfvingerige darm niet.
D
Beide niet.
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De alvleesklier maakt enzymen voor de vertering van:
A
Koolhydraten en eiwitten
B
Koolhydraten en vetten
C
Eiwitten en vetten
D
Koolhydraten, eiwitten en vetten
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je ziet hiernaast een proces wat emulgeren heet. Welke stof zorgt ervoor dat dit proces plaatst vindt? En waar wordt deze gemaakt?
Slide 34 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 35 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Galstenen zijn harde stenen van ingedikte gal. Deze kunnen vast blijven zitten in de galbuis, deze raakt dan afgesloten. Heeft de afsluiting van de galbuis effect op de vertering van voedingsstoffen door alvleessap? Zo ja, op welke voedingsstof. Leg je antwoord uit.
Slide 36 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het darmsap uit de dunne darm bevat enzymen voor de vertering van:
A
Eiwitten en Koolhydraten
B
Vetten en koolhydraten
C
Eiwitten, vetten en koolhydraten
D
Eiwitten en vetten
Slide 37 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hiernaast zie je een stuk dunne darm. De dunne darm heeft een groot oppervlak. Wat zorgt in de bouw van de darm voor dit grote oppervlak?
Slide 38 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van de dikke darm?
Slide 39 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 40 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
