Lis la règle à la page 106 - 2 minutes
Uit welke twee onderdelen bestaat de passé composé?
Welke twee hulpwerkwoorden zijn er (NL: hebben en zijn)?
Wat is het voltooid deelwoord van ww op -er; -ir, -re (voorbeeld)
Info:
Werkwoorden met être (zijn): aller, arriver, rester (zelfde als in nl)