1.8 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

1.8 spelling

Vorige les

WG met een wederkerend werkwoord

Nakijken opdr. 9, 10 en 14

Leerdoel

- Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft.

- Je weet hoe je leestekens gebruikt. (punt, komma, uitroepteken, vraagteken, aanhalingstekens)

- Je kunt tien dicteewoorden foutloos schrijven.

Tegenwoordige tijd

Ik loop

Hij loopt

Wij lopen

Ik antwoord

Hij antwoordt

Wij antwoorden

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Uitlegfilmpje

Start (klassikaal)

Opdracht 1b

Leestekens (herhalen)

Helpen je bij het lezen van de tekst.

- Punt, vraagteken, uitroepteken aan het eind van de zin.

- Komma staat in de zin.

Hoe zat het ook alweer?

Dubbele punt en aanhalingstekens

Mevrouw Kalenkamp zegt: 'Pak jullie boeken!'

'Je praat voor de derde keer voor je beurt,' zuchtte mevrouw Kalenkamp.

Start (klassikaal)

Opdracht 1c

Maken

1.8: opdracht 1b, c, 3e, 4 en 7


Klaar?

- Bekijk de dicteewoorden op blz. 80

- Leer de woorden in Quizlet