TH2A SPELLING H1

Welkom TH2A!
Wat is de bedoeling?

A: ik leer dat bij: jij/hij/zij/het, de pv een -t  achter de stam krijgt.
hij helpt
hij draagt
hij vindt
hij praat

B: Ik leer hoe je deze leestekens goed gebruikt: punt, komma, uitroepteken, vraagteken en aanhalingstekens.

C: Ik ken de dicteewoorden op bladzijde 63 en kan ze foutloos schrijven. 

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom TH2A!
Wat is de bedoeling?

A: ik leer dat bij: jij/hij/zij/het, de pv een -t  achter de stam krijgt.
hij helpt
hij draagt
hij vindt
hij praat

B: Ik leer hoe je deze leestekens goed gebruikt: punt, komma, uitroepteken, vraagteken en aanhalingstekens.

C: Ik ken de dicteewoorden op bladzijde 63 en kan ze foutloos schrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Lukt het even niet? Tien tellen je ogen dichtdoen en het nog eens proberen. 

Werkboek op tafel, hierin gaan je zo eerst werken. Zie bolletjespapier.

Maak tussendoor eventueel aantekeningen voor je mindmap
timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.

[verbieden] de school voortaan boterhamzakjes op school, meneer Jansen?

Slide 3 - Open vraag

Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.

De leerlingen [zullen] een tijdje klagen, maar dat [houden] snel op.

Slide 4 - Open vraag

Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.

Tenminste, dat [blijken] uit een onderzoek op een Vlaamse school.

Slide 5 - Open vraag

Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.

[Vinden] je dat geen fantastische oplossing voor al die rommel in de kantine?

Slide 6 - Open vraag

Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.

Het schoonmaakpersoneel [beweren] dat de school zo het afval [halveren].

Slide 7 - Open vraag

Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.

Bovendien [belanden] die plastic zakjes niet meer in de natuur.

Slide 8 - Open vraag

Je zet een aanhalingsteken bij een citaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Aanhalingstekens kunnen nadruk geven op een woord.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

ozonlaag

Slide 11 - Woordweb

Wat is de bedoeling?

A: ik leer dat bij: jij/hij/zij/het, de pv een -t achter de stam krijgt.
hij helpt
hij draagt
hij vindt
hij praat


B: Ik leer hoe je deze leestekens goed gebruikt: punt, komma, uitroepteken, vraagteken en aanhalingstekens.


C: Ik ken de dicteewoorden op bladzijde 63 en kan ze foutloos schrijven. 
Kijk op je bolletjespapier.

Maken 1.8 Spelling 
Let OP! Alleen opdrachten 9 en 10 in je schrift maken 

Hoe? Samen of alleen. Op de gang of vrije ruimte mag.. maar in tweetallen. Anders in de klas.

Slide 12 - Tekstslide