H4 - vraag & aanbod (4.7 t/m 4.12)

Welkom
4 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Een heffing zorgt ervoor dat..
A
de verkoopprijs hoger wordt
B
de verkoopprijs goedkoper wordt
C
er meer aanbod komt
D
er niks gebeurt

Slide 2 - Quizvraag

Er is sprake van een heffing (accijns)
A
Verschuiving van de aanbodlijn naar rechts
B
Verschuiving van de aanbodlijn naar links
C
Verschuiving langs de aanbodlijn

Slide 3 - Quizvraag

Heffing
Praktisch om die op te leggen aan aanbieders
  • Minder aanbieders en administratie bijhouden.
Aanbodlijn verschuift.
Krijgen de consumenten een heffing? Invloed op de vraaglijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wat geeft de overheid als ze juist positieve externe effecten willen stimuleren?

Slide 5 - Open vraag

Subsidie
Vragers en aanbieders kunnen die ontvangen. 
De aanbieder ontvangt P + subsidie
Dit verandert ook in de aanbodfunctie. 

Slide 6 - Tekstslide

Stel de nieuwe aanbodvergelijking op. De oude aanbodvergelijking is Qa = 5P – 500
Er komt een subsidie van € 75

Slide 7 - Open vraag

Wat is deze figuur het bedrag
van de subsidie?

Slide 8 - Open vraag

De markt voor belggingen
Nut beleggingen zit hem in de toekomstige opbrengst, ofwel rendement. 
Bijvoorbeeld jaarlijks rendement 2%. 
Stel ik heb 1.000 euro en elk jaar 2% rendement, 5 jaar lang.
1.000 x 1,02^5 = 1.104,8
Je kunt ook kijken hoeveel je nu  moet beleggen om in de toekomst een bepaalde waarde te hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
Over een jaar wil je 1.000 euro hebben. 
Hoeveel moet ik er nu opzetten?
1.000 / 1,02 = 980,39
Je kunt dan stellen dat 980,39 euro evenveel waard is als 1.000 over een jaar. 

Slide 10 - Tekstslide

Aandeel: rendement
  •  door (meestal jaarlijkse) dividenduitkering
  • door koerswinst/koersrendement
       


Slide 11 - Tekstslide

De aanbodfunctie van een product is als volgt: Qa = 3P − 45.
De overheid voert een prijsverlagende subsidie in van € 5 per product.
De nieuwe aanbodfunctie ziet er na invoering van de subsidie als volgt uit:
A
Qa=3P-40
B
Qa=3P-30
C
Qa=3P+30
D
Qa=3P-60

Slide 12 - Quizvraag

Qa = 3P - 45
Overheid voert een prijsverlagende subsidie van €5 in
Nieuwe aanbodfunctie is dan...
A
Qa = 3P - 30
B
Qa = 3P - 40
C
Qa = 3P - 60

Slide 13 - Quizvraag

Wat is rendement:
A
De gemiddelde opbrengst van een investering
B
De gemiddelde opbrengst van een investering/ investering x 100%
C
De winst op een investering
D
De gemiddelde opbrengst van een investering/ investering

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het rendement van aandeel?
A
Dividendrendement
B
Koersrendement
C
A+B
D
Geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk
Maken 4.7 t/m 4.12
Eventueel doorwerken.

Slide 16 - Tekstslide