Leerlijn geld (B-route) hoofdstuk 5 les 3

Hoofdstuk 5 les 3 : Gepast betalen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1,5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 les 3 : Gepast betalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leren we vandaag?
- gepast betalen met briefgeld,
hele euro's en centen.

- Hoe je op verschillende
   manieren gepast kunt
   betalen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al over......

GEPAST BETALEN ?


Vandaag gaan we dit weer ontdekken en ditmaal doen we dit nog eens door vragen.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'gepast betalen?'
A
Je betaalt met je pinpas het bedrag.
B
Je betaalt alleen met kleingeld het bedrag.
C
Je rond het bedrag af naar boven en krijgt dan geld terug.
D
Je betaalt met kleingeld en briefgeld precies wat moet.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Vorige les zijn we bezig geweest met gepast betalen met:
- briefgeld
- hele euro munten

Vandaag oefenen we gepast betalen met:
- briefgeld
- hele euromunten
- eurocenten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke euromunten zijn er?
Eurocenten
Let op! 1 eurocent en 2 eurocent gebruiken we niet meer in Nederland!
Hele euro's

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerst even samen oefenen
Ook als je eurocenten moet betalen, bedenk je goed hoe je tot het juiste bedrag kan komen.

We maken klassikaal het werkblad 
'Hoe kun je betalen?'

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Je maakt nu zelf opdracht 4 in je werkboek (blz. 44 en 45). 

We kijken de opdracht daarna samen na.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik sta bij de kassa en het kost 23,65 euro.
Hoe betaal ik het beste gepast?
A
2 x 10 euro en 3 x 1 euro 4x 20 cent en 5 x 1 cent
B
2 x 10 euro en 3x 1 euro 3 x 20 cent en 1x 5 cent
C
2 x 10 euro 1 x 5 euro
D
1 x 20 euro en 3 x 1 euro 3 x 30 cent en 1 x 5 cent

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik moet € 127,35 betalen.
Schrijf op met welke biljetten en munten ik het beste kan betalen. Ik heb geen 2 euro munten en geen briefje van 20 euro.

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we geleerd?
Je leerkracht gaat steeds een bedrag op het bord schrijven.

Schrijf op in je schrift op welke manier jij dit bedrag gepast zou betalen.

Slide 11 - Tekstslide

Mocht je over wisbordjes beschikken, dan is dat nog fijner voor deze opdracht.
Je laat de leerlingen nadenken over de volgende bedragen:
- € 132
- € 35,20
- € 72,60
- € 19,75
- € 103,50
- € 148,95