H3 arbeidsproductiviteit

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Arbeidsdeling en arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijdseenheid. 

De gemiddelde arbeidsproductiviteit 
in een bedrijf kan door arbeidsdeling 
omhoog.

Slide 2 - Tekstslide

Arbeidsdeling oftewel Specialisatie
Door specialisatie en arbeidsdeling ligt de arbeidsproductiviteit hoger en de kosten dus ......................... Het lijkt dus logisch je te specialiseren in iets waar je het best in bent en dan vervolgens met anderen te ruilen (die weer ergens anders het beste in zijn).

Slide 3 - Tekstslide

Stel...ik ga meer uren werken op een dag. Verhoog ik dan mijn arbeidsproductiviteit?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit en loonkosten per product

Stel...2 landen. In land A bakt men 5 broden per uur. Ze krijgen daarvoor €10 per uur betaalt.  In land B bakt men 10 broden per uur! Ze krijgen daarvoor €25 betaald. 

In welk land zijn de loonkosten per product lager?

Slide 5 - Tekstslide

Loonkosten per product
Formule: 

arbeidsproductiviteit(Loonkosten)

Slide 6 - Tekstslide

Stel...de totale loonkosten van iemand stijgen met 5%, maar hij wordt 8% productiever. De loonkosten per product...
A
Worden lager
B
Blijven gelijk
C
Worden hoger
D
Uhhh....Geen idee?

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht: Maak opgave 3.3 en stuur via Teams een foto van je antwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Productiecapaciteit
Maximaal mogelijke productie op basis van de productiefactoren. Meer dan deze hoeveelheid kan er niet gemaakt worden in een land/fabriek/bedrijf. 


Slide 9 - Tekstslide

Als we een groot gedeelte van de productiecapaciteit gebruiken, is het BBP relatief...
A
Hoog
B
Laag

Slide 10 - Quizvraag

Als we een groot gedeelte van de productiecapaciteit ook echt gebruiken, noemen we dat een hoge bezettingsgraad.

Als het economisch even niet zo goed gaat, en er misschien wel crisis is, dan is er juist een lage bezettingsgraad. 

Slide 11 - Tekstslide

Eén van de grote vragen in de economie is: wat veroorzaakt een verandering van het bbp?

En hoe kun je dus zorgen voor groei van het bbp? In de economie zijn hier twee visies op: de
conjunctuurvisie en de structuurvisie.

Slide 12 - Tekstslide

Conjunctuurvisie
Er wordt gekeken naar de korte termijn. Volgens deze economen kunnen er op korte termijn grote schommelingen zijn in het bbp door veranderingen in de bestedingen
(Y= C+I+O+E-M). 

Slide 13 - Tekstslide

Conjunctuurvisie deel 2
Door een crisis gaan consumenten bijvoorbeeld minder besteden. Het centrale begrip in de theorie van Keynes is de effectieve vraag. Consumenten, bedrijven, de
overheid en het buitenland bepalen samen de effectieve vraag en dus de hoogte van het BBP.

Slide 14 - Tekstslide

Conjunctuurvisie deel 2
Door een crisis gaan consumenten bijvoorbeeld minder besteden. Het centrale begrip in de theorie van Keynes is de effectieve vraag. Consumenten, bedrijven, de
overheid en het buitenland bepalen samen de effectieve vraag en dus de hoogte van het BBP.

Slide 15 - Tekstslide

Bruto Binnenlands product
  • Hoogte wordt bepaald door: productiecapaciteit en bestedingen. 
  • Productiecapaciteit = wat max geproduceerd kan worden, dus de grens van het BBP.
  • Productiecapaciteit = de aanbodkant ofwel de structurele kant van de economie.

Slide 16 - Tekstslide

Invloed  productiefactoren op de hoogte en groei van het BBP

Kwaliteit en kwantiteit van de beroepsbevolking heeft invloed op de productiecapaciteit en daarmee op het BBP.


Slide 17 - Tekstslide