Herhaling Taalverzorging H5 K1

Herhaling Taalverzorging H5
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling Taalverzorging H5

Slide 1 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord staat achter een zelfstandig naamwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Welke woorden zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
beker, hoofdweg, verzameling
B
brede, houten, schuine
C
denken, fietsen, inschenken
D
de, het, een

Slide 3 - Quizvraag

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
lw =

Slide 4 - Open vraag

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
zn =

Slide 5 - Open vraag

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
ww =

Slide 6 - Open vraag

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
bn =

Slide 7 - Open vraag

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
lw =

Slide 8 - Open vraag

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
zn =

Slide 9 - Open vraag

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
ww =

Slide 10 - Open vraag

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
bn =

Slide 11 - Open vraag

Het lukte niet om met het botte mes een punt aan de tak te maken.
lukte =
A
lw
B
zn
C
ww
D
bn

Slide 12 - Quizvraag

Het lukte niet om met het botte mes een punt aan de tak te maken.
botte =
A
X
B
zn
C
ww
D
bn

Slide 13 - Quizvraag

Het lukte niet om met het botte mes een punt aan de tak te maken.
aan =
A
X
B
zn
C
ww
D
bn

Slide 14 - Quizvraag

Vragen?
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Ik ben mijn [snoer / kabel] kwijt, heeft iemand het gezien?
A
snoer
B
kabel

Slide 16 - Quizvraag

In het buitenverblijf wordt [het schaap / de leeuw] gevoerd. De verzorgers geven hem iets extra’s vanwege dierendag.
A
het schaap
B
de leeuw

Slide 17 - Quizvraag

Wouter heeft een drone gekregen.
[1] laat [2] boven zijn huis vliegen.

Slide 18 - Open vraag

Omdat Berdien en Boudewijn naar het buitenland gaan verhuizen, hebben [1] een feest gegeven voor al [2] vrienden.

Slide 19 - Open vraag

Vragen?
Verwijswoorden

Slide 20 - Tekstslide

Nienke [blozen] toen Jelle haar een knipoog gaf.

Slide 21 - Open vraag

De fakkels in de tuin [branden] nog de hele nacht.

Slide 22 - Open vraag

Naar wie [zwaaien] jij nou gisteren?

Slide 23 - Open vraag

Toen de jonge spits voor het eerst in de basis [starten] , [maken] hij indruk op het publiek.

Slide 24 - Open vraag

Vragen?
Verleden tijd van zwakke werkwoorden

1.  ik-vorm maken
2. kies +te / +de
3. in het meervoud +n

Slide 25 - Tekstslide