Optie vragen voor oefenen

B3. Het bloedvatenstelsel
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

B3. Het bloedvatenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
Nabespreken hartpracticum 
uitleg bloedvatenstelsel BS3
maken opgaven
Quiz Basisstof 2 en 3

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leerdoelen
  • Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten.
  • Je kunt de delen van het bloedvatenstelsel noemen en daarin zuurstofgehalte, glucosegehalte en stroomrichting van het bloed aangeven. 
  • Je kunt het voorloop van bloeddruk in de bloedvaten beschrijven. 

Slide 4 - Tekstslide

Bloedvaten

Slide 5 - Tekstslide

             Slagader                 -                   Ader

Slide 6 - Tekstslide

Aderkleppen
Kleppen voorkomen terugstromen bloed

Slide 7 - Tekstslide

Het bloedvatenstelsel
Waar in BINAS?

Slide 8 - Tekstslide

De poortader 

Slide 9 - Tekstslide

Bloeddruk (mm Hg)
- De druk van het bloed tegen de wand van het hart en de bloedvaten noemen we de bloeddruk (in mm kwikdruk/kolom).
- Belangrijkste oorzaak van de bloeddruk is het samentrekken van de hartkamers.
- Als de halvemaanvormige kleppen zijn opengedrukt, is de bloeddruk in de hartkamers gelijk aan die in de aangesloten slagaders.

Slide 10 - Tekstslide

bloeddruk de druk op de wanden van de bloedvaten

Slide 11 - Tekstslide

bloeddruk meten

Slide 12 - Tekstslide

afbeelding 33 - Verklaar het verloop van de rode lijn.

Slide 13 - Tekstslide

stroomsnelheid
BINAS 84E
slagaders - hoge druk en
hoge stroomsnelheid

haarvaten - bloeddruk en stroomsnelheid nemen geleidelijk af

aders - bloeddruk laagst, stroomsnelheid neemt toe (doordat bloedvaten samenkomen)


Slide 14 - Tekstslide

Hoe zorgt zout eten
voor een hoge bloeddruk?

Slide 15 - Open vraag

Op bladzijde 31 staat: "Bij lichamelijke inspanning of bij stress kan de bovendruk hoger zijn."
Verklaar dat stress voor een hoge(re) bloeddruk kan zorgen.
(3 pt)

Slide 16 - Open vraag

Hartinfarct

Deel van het hartspier krijgt geen zuurstof/voedingsstoffen


Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Leerdoelen behaald? 
  • Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten.
  • Je kunt de delen van het bloedvatenstelsel noemen en daarin zuurstofgehalte, glucosegehalte en stroomrichting van het bloed aangeven.
  • Je kunt het voorloop van bloeddruk in de bloedvaten beschrijven. 

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten maken

Thema 4  basisstof 3 Het bloedvatenstelsel
Opdracht 28 t/m 43
Maak een samenvatting van de basisstof 

Slide 21 - Tekstslide


A
Linker kamer
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Rechter boezem

Slide 22 - Quizvraag

Welke wand is het dikst ? De wand van de ...
A
linker boezem
B
linker kamer
C
rechter boezem
D
rechter kamer

Slide 23 - Quizvraag

Linker boezem
Rechter boezem

Linker kamer
Rechter kamer
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta

Slide 24 - Sleepvraag

In welke volgorde stroomt het bloed, gezien vanaf het hart?
A
Slagader - haarvaten- ader
B
haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten

Slide 25 - Quizvraag

Is de aorta een ader of een slagader?
A
Ader
B
Slagader

Slide 26 - Quizvraag

Welk bloedvat is de slagader?
A
1
B
2
C
3

Slide 27 - Quizvraag

Welke slagader vervoert zuurstofarm bloed?
A
halsslagader
B
kransslagader
C
leverslagader
D
longslagader

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de naam van de slagader die uit de linkerkamer komt?
A
Longslagader
B
Hartslagader
C
Linkerkamerslagader
D
Aorta

Slide 29 - Quizvraag

De hartkleppen bevinden zich
A
tussen boezem en kamer
B
tussen kamer en slagader
C
in aders

Slide 30 - Quizvraag

Wat voor type bloedvat is dit en in welke richting stroomt het bloed?
A
Een slagader, richting S
B
Een slagader, richting T
C
Een ader, richting S
D
Een ader, richting T

Slide 31 - Quizvraag


In de afbeelding hiernaast is viermaal het hart getekend.
Het hart is zo getekend dat alle kleppen zichtbaar zijn.
De kleppen zijn in de tekeningen open of gesloten getekend.
In welk van deze tekeningen zijn de standen van de kleppen weergegeven zoals die tijdens de normale hartwerking kunnen voorkomen?

A
In de tekeningen 1 en 2
B
In de tekeningen 1 en 3
C
In de tekeningen 2 en 3
D
In de tekeningen 2 en 4

Slide 32 - Quizvraag

welk deel het ECG geeft het samentrekken van de boezems weer?
A
P
B
QRS
C
T
D
ST

Slide 33 - Quizvraag

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat de bloedsomloop bestaat uit slagaders en haarvaten.
B
Omdat het bloed per hartslag twee keer door de longen stroomt.
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.
D
Omdat per hartslag zuurstofarm en zuurstofrijk bloed door het hart stroomt.

Slide 34 - Quizvraag

Vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop. Zoogdieren redden het daarmee niet. Waarom niet?
A
Vissen bewegen weinig en hebben dus niet zoveel zuurstof nodig
B
Het hart van vissen pompt krachtiger, waardoor een tweede keer niet nodig is
C
Zoogdieren zijn warmbloedig en verbruiken meer energie en zuurstof
D
Zoogdieren hebben longen en geen kieuwen. Dat werkt minder efficiënt.

Slide 35 - Quizvraag

Met een ECG meet je...
A
Het hartritme
B
De bloeddruk
C
De longinhoud
D
Het longvolume

Slide 36 - Quizvraag

Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 37 - Sleepvraag

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 38 - Sleepvraag

1
2
3
4
leverslagader
darmslagader
poortader
leverader

Slide 39 - Sleepvraag

nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader
Poortader

Slide 40 - Sleepvraag