In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H-13 De bloedsomloop en de bloedvaten
Slide 1 - Tekstslide
Planning
start vragen op je scherm - wat weet je nog?
Uitleg/aantekeningen 'bloedsomloop en bloedvaten'
vragen op je scherm
Opdrachten in je boek of online
Slide 2 - Tekstslide
startvragen!
kijken wat je nog weet!
Slide 3 - Tekstslide
Rood afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
In het bloed van een slagader zit meer glucose dan in het bloed van een ader.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Vul in: Het bloed uit de poortader komt vanuit..... en het bloed is......
A
het spijsverteringskanaal,
zuurstofarm
B
lever,
zuurstofrijk
C
lever,
zuurstofarm
D
het spijsverteringskanaal,
zuurstofrijk
Slide 6 - Quizvraag
wat is de slagader?
A
de rode buis
B
de blauwe buis
C
de kleine draadjes
D
geen een
Slide 7 - Quizvraag
Welk percentage van je bloed bestaat uit bloed plasma?
A
30
B
45
C
55
D
75
Slide 8 - Quizvraag
De wand van een slagader is ... De bloeddruk in een slagader is ...
A
Dik en Hoog
B
Dik en Laag
C
Dun en Hoog
D
Dun en Laag
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor bloedsomloop hebben mensen?
A
Een enkele
B
Een dubbele
C
Een driedubbele
D
Een gewone
Slide 10 - Quizvraag
sleep de plekken en bloedsomlopen naar de juiste plek
Kleine bloedsomloop
overige organen
Grote bloedsomloop
Hart
Longen
Slide 11 - Sleepvraag
Bloedsomloop en de bloedvaten
aantekeningen en instructie
Slide 12 - Tekstslide
Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel is een orgaanstelsel: dus meerdere organen die samen werken
Bloedvatenstelsel bestaat uit:
Hart
Bloedvaten: aders, slagaders en haarvaten
Slide 13 - Tekstslide
Bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop:
Per omloop (volledig rondje langs álle organen) gaat het bloed 2x door het hart.
Slide 14 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
Van hart naar longen en terug
Functie:
Zuurstof halen in de longen, CO2 afgeven aan de longen
Slide 15 - Tekstslide
Grote bloedsomloop
Van hart naar overige organen en terug
Functie:
Zuurstof/voedingsstoffen naar de organen brengen, CO2 en afvalstoffen ophalen
Slide 16 - Tekstslide
Begrijp dus dat beide plaatjes ongeveer hetzelfde zijn maar dat het linker plaatje erg versimpeld is!
Slide 17 - Tekstslide
Typen bloedvaten
Aders
Slagaders
Haarvaten
Slide 18 - Tekstslide
Aders
Organen --> Hart
Lage bloeddruk
Dunne wand
Kleppen zodat bloed niet terug stroomt
Slide 19 - Tekstslide
Slagaders
Hart --> Organen
Hoge bloeddruk
Dikke, stevige en elastische wand
“Slag” voelbaar in o.a. polsen
Meestal diep in lichaam
Slide 20 - Tekstslide
Haarvaten
Wand van een cellaag dik
Door dunne laag kunnen stoffen erdoorheen:
zuurstof
voedingsstoffen
witte bloedcellen
afvalstoffen
Slide 21 - Tekstslide
Verschil bloeddruk aders en slagaders
Bloeddruk = druk van bloed tegen wand van bloedvat
Slide 22 - Tekstslide
vragen op je scherm
Slide 23 - Tekstslide
Aders
Slagaders
Richting hart
Wanddikte
Kleppen ja/nee?
Bloeddruk
Naartoe
Van af
Dik
Dun
Ja
Nee
Hoog
Laag
Slide 24 - Sleepvraag
Bij welk bloedvat is de concentratie glucose het laagst?
A
Aders
B
Slagaders
C
Haarvaten
D
Allemaal even hoog
Slide 25 - Quizvraag
In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat?
Slagader
Ader
Haarvat
Slide 26 - Sleepvraag
De lever heeft 3 grote bloedvaten. Ze zijn hier willekeurig neergezet. Bloedvat 1 bevat meer zuurstof dan bloedvat 2 en 3, bloedvat 2 bevat meer glucose dan bloedvat 1 en 3. Zet de bloedvaten op de juiste plek.