In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
3.2.1 Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
3.2.2 Je kunt beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
Leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Twee verschillende allelen voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
co-dominant
D
onvolledig dominant
Slide 16 - Quizvraag
Aa kan je ook omschrijven als ........
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant
Slide 17 - Quizvraag
Welke haarkleur is dominant?
A
Dat is niet te zeggen
B
Beide zijn dominant
C
Rood haar (paars)
D
Zwart haar (wit)
Slide 18 - Quizvraag
Een cavia heeft voor haarkleur als genotype "aa" Deze cavia is voor deze eigenschap....
A
homozygoot dominant
B
homozygoot recessief
C
heterozygoot dominant
D
heterozygoot recessief
Slide 19 - Quizvraag
Welke eigenschap is dominant?
A
normale vingers
B
korte vingers
C
niet te bepalen
Slide 20 - Quizvraag
Bij een bepaalde plantensoort komen rode bloemen en witten bloemen voor. Als een plant met witte en een plant met rode bloemen worden gekruist, krijgen de nakomelingen roze bloemen. Dit fenotype noemen we
A
Dominant
B
Intermediair
C
Recessief
Slide 21 - Quizvraag
2 gelijke allelen van een gen voor een eigenschap noemen we:
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
dominant
D
recessief
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van "dominant homozygoot"
A
Aa
B
aa
C
AA
D
aA
Slide 23 - Quizvraag
Zwarte vachtkleur is dominant over rood. Wat is het genotype van deze koe?