Politiek H4 Politieke stromingen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
1. Terugblikspel 
2. Uitleg Populisme + oefening (15 min.) 
3. Opdracht: Liberalisme, socialisme en confessionalisme (15 min.) 



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
1. Je kunt uitleggen waar elke politieke stroming voor staat 
2. Je kunt uitleggen welke groep elke politieke stroming vertegenwoordigt 
3. Je kunt politieke stromingen herkennen in een nieuwe context 
4. Je kunt aangeven wat de kenmerken zijn populisme 
5. Je kunt populisme herkennen in een nieuwe context. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welke kenmerken van het populisme kwamen langs in de video?

Slide 5 - Open vraag

Populisme 
Een populist:
  1. zegt namens het 'volk' te spreken
  2. Heeft een hekel aan 'de elite': Het volk vs. de elite 
  3. Komt met simpele oplossingen voor moeilijke problemen
  4. Heeft geen duidelijke ideologie, want volgt de mening van 'het volk' 
  5. Is vaak nationalistisch 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Zou jij de straat opgaan als jij het gevoel hebt dat de verkiezingen oneerlijk zijn verlopen? Leg uit waarom wel, waarom niet

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn onderwerpen waarvoor jij zeker zou gaan demonstreren?

Slide 10 - Open vraag

Vragen 
Er zijn in Nederland een aantal grote politieke stromingen. In je tweetal ga je er hier 1 van uitzoeken. Je beantwoord de volgende vragen met behulp van H4 
1. Geef een definitie van deze stroming
2. Zoek zoveel mogelijk kenmerken van deze stroming
4. Bekijk welke Nederlandse partijen horen bij deze stroming. Geef aan waarom
5. Geef je persoonlijke, onderbouwde mening over deze stroming
6. Vul je antwoorden in bij H4 opdracht 9 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

communisme
Politiek op de bijbel gebaseerd
PvdA en SP 
Goed voor de aarde zorgen 
Gelijkwaardigheid 
Vrijheid 
Kleine overheid
Liberalisme 
Overheid moet veel doen: voor zwakkere zorgen 
Overheid moet zich niet met ons bemoeien 
CDA en SGP
VVD en D66 
Naastenliefde 
Burgers en overheid moeten samenwerken 
Socialisme 
confessionalisme 

Slide 15 - Sleepvraag

Leg uit welke stroming blij is met deze uitspraak en welke stroming misschien juist had gewild dat ze minder uitkering zou krijgen.

Slide 16 - Open vraag

De vier standpunten uit de tekstzijn van één Nederlandse politieke partij.
Welke politieke partij moet er op de puntjes in de tekst ingevuld worden?
A
CDA
B
D66
C
VVD
D
SGP

Slide 17 - Quizvraag

Vraag 
 In de tekst staan vier standpunten uit het verkiezingsprogramma van een Nederlandse politieke partij.
Hieronder staan vier uitspraken over die standpunten.
1. Standpunt 1 is meer een nationalistisch dan een liberaal standpunt.
2 Standpunt 2 is meer een progressief dan een conservatief standpunt.
3 Standpunt 3 is meer een extremistisch dan een democratisch
standpunt.
4 Standpunt 4 is meer een sociaaldemocratisch dan een ecologisch
standpunt.
 Geef per uitspraak aan of die juist of onjuist is.


2 = …
3 = …
4 = … 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Tekstslide

Geef een argument waarom dit wel populisme is en een argument waarom dit juist niet populisme is.

Slide 21 - Open vraag

Welke uitspraak over populisme is juist?
I. Populisme is geen echte ideologie, maar meer een stijl van politiek bedrijven, bijvoorbeeld door zich af te zetten tegen de elite.
II. Je hebt rechtse populisten,(zoals Le Pen van Front National), maar geen linkse.
III. Populisten hebben vaak nationalistische standpunten.
A
I en III zijn juist.
B
I, II en III zijn juist.
C
I en III zijn juist.
D
Alleen I is juist.

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke van de politieke stromingen pas jij het best? Leg je antwoord uit

Slide 23 - Open vraag