T4 taaldorp 'le marché'; SO; grammaire woordvolgorde

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

stelling

'geloven is geen arbeidsovereenkomst, 

maar een huwelijksovereenkomst'

God zoekt ons op, zelfs als wij de fout in gaan

La prière

Vind jij het lastig om Gods onvoorwaardelijke liefde te geloven? Bid ervoor!

Toetsbespreking

1. bekijk je toets

2. zet een x voor een vraag

3. experts per onderdeel helpen (wie?)

4. nog steeds een vraag? docent

période 7

                                                   ma: taaldorp/ SO

                                                   do:  grammatica

                                                             portfolio

Studieplanner Learnbeat:

Wat doen we deze week?

1a Spreekvaardigheid

Ik kan me in het Frans redden bij een bakker en op de markt: ik kan verschillende soorten fruit/ groente/ brood bestellen en afrekenen

deze les nodig:

kijkvragen 

1. 
   

1. welke begroetingen hoor je? (schrijf in je schrift)
   
2. wat zegt men als men iets geeft? (schrijf in je schrift)
   
3. op welke manieren vraagt de vrouw om haar gewenste producten? (schrijf in je schrift)
   

begroetingen?

Wat zegt men als men iets geeft?

Op welke manieren vraagt de vrouw haar gewenste producten?
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. je voudrais ...
2. un ..., et aussi un ...
3. des olives vertes, s.v.p.
4. je prends encore ...

vertaal in tweetallen

Ja, ik wil graag 2 komkommers. __________________________________________________

ik wil graag een kilo tomaten. __________________________________________________

Ik wil ook graag een sla. __________________________________________________

Heeft u ook een stokbrood? __________________________________________________

ik wil graag 2 stokbroden, alstublieft __________________________________________________

Ik wil ook graag 4 croissants __________________________________________________

4 chocoladebroodjes alstublieft __________________________________________________

Dat is alles. Hoeveel kost dat? __________________________________________________

Kan ik pinnen? __________________________________________________

Alstublieft (als je betaalt) __________________________________________________

Bedankt en tot ziens __________________________________________________

taaldorpboekje!

naspreken i.v.m. uitspraak (maak aan-tekeningen)

au marché de Villangues

Verkoper:

- Bonjour, je peux vous aider ?

- Et avec ça?

- Voilà, (herhaalt het product dat besteld is, bijv. un kilo de tomates. Als de klant vraagt: ‘Vous avez aussi ...’, reageer je met ‘bien sûr, vous voulez combien de ...?’)

- Ça sera tout?

- Ça fait 10 euros 35, s’il vous plaît

Klant

- bestel een product voor de salade (sla, tomaten, kaas, olijven of komkommer)

- De klant bestelt nog een product

- De klant bestelt nog een product (in totaal bestelt de klant: sla, tomaten, kaas, olijven, komkommer en een stokbrood).

- De klant zegt dat dit alles is en vraagt wat het kost

 - De klant betaalt, bedankt en groet

maak hiervan een Frans gesprek

https:

oefen het gesprek in tweetallen

gebruik de flashcards bij Quizlet

T4 le marché (phrases clés)

Ik heb het gesprekje van le marché vertaald en begrepen

Trois _______ vivent sous le même toit: grands-parents, parents et enfants.

1. chagrin
2. générations
3. la tombe
4. naissance

A Paris, sous l'Arc de Triomphe, il y a _______ du Soldat Inconnu

1. chagrin
2. la tombe
3. cadavre
4. l'espoir

Je suis motivé par ______ d'une promotion.

1. chagrin
2. naissance
3. l'espoir
4. la vérité

Ma tante a eu beaucoup de __________ à la mort de son chat

1. chagrin
2. la tombe
3. naissance
4. cadavre

Le moment de ___________ est arrivé

1. chagrin
2. générations
3. naissance
4. vérité

Nous allons ___________ un agréable voyage à tous les passagers.

1. traiter
2. décéder
3. souhaiter
4. mourir

Le médecin a prescrit une crème pour _________ ma maladie.

1. traiter
2. décéder
3. mourir
4. prier

Les pèlerins se rassemblent au sanctuaire pour __________

1. souhaiter,
2. mourir
3. prier
4. respirer

SO unité 16

vocabulaire: 

Ik kan woorden die te maken hebben met leven en dood correct vertalen (FN)

Klaar? 

Bekijk de boekjes 'portfolio' en 'taaldorpboekje'

grammatica: 

ik kan Franse woorden in de goede volgorde in een zin zetten

Woordvolgorde

1. bepaling van tijd (of achteraan de zin)
2. onderwerp
3. alle werkwoorden bij elkaar (gezegde)
4. lijdend voorwerp (wie/wat + onderwerp?)
5. meewerkend voorwerp (aan/voor wie/wat?)
6. bepaling van plaats (of vooraan ná de bepaling van tijd)
   

Oefenmateriaal:

Learnbeat: 'woordvolgorde'

grammatica: 

ik kan Franse woorden in de goede volgorde in een zin zetten

Doel bereikt?

grammatica: 

ik kan Franse woorden in de goede volgorde in een zin zetten