Indeling - en deelonderwerpen herkennen in een tekst

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Les 1 Periode 2

Lezen 

                    2.1 De indeling van teksten

                    2.2 Deelonderwerpen herkennen

                    2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden

 

Onderwerp en hoofdgedachte zijn eigenlijk hetzelfde

1. waar
2. niet waar

Een tekst heeft...

1. altijd een hoofdgedachte
2. niet altijd een hoofdgedachte
3. nooit een hoofdgedachte

1.2 Tekstdoelen

Lesdoelen

2.1 Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en je vindt snel je weg in een tekst.

2.2 Je herkent de deelonderwerpen van een tekst.

middenstuk/kern

De verschillende kanten van het onderwerp komen aan de orde.

Deelonderwerpen zijn de verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aan bod komen. 

Neem het voorbeeld dieren. Dan kunnen de verschillende deelonderwerpen; zoogdieren, reptielen en vissen zijn.

Dat zijn de deelonderwerpen van de tekst

Lees de volgende tekst

De opdracht

• Wat is het onderwerp van de tekst?
• Hoeveel deelonderwerpen staan in de tekst? 
• Wat is het tekstdoel?
• Wat is de tekstsoort?

het slot

De tekst wordt afgesloten:

- verwijzing naar het voorbeeld of de anekdote uit het begin van de tekst;

- samenvatting;

- conclusie.

Wat zijn deelonderwerpen?

1. een alinea
2. verschillende aspecten van het onderwerp
3. inleiding - middenstuk-slot
4. middenstuk

Wat staat er in het slot

1. conclusie
2. uitleg
3. onderwerp

Wat is waar?

1. In de inleiding geef jij je eerste argument
2. In de inleiding geef je de conclusie
3. In de inleiding geef je aan waar het over gaat
4. In de inleiding leg jij je standpunt uit

Hoe is een goede tekst opgebouwd?

1. Inleiding en middenstuk
2. Inleiding, middenstuk en slot
3. Middenstuk en slot
4. Inleiding en slot

Tips en tops van deze les