1) Maarten Luther had kritiek op de kerk (luxe, aflaten, corruptie, etc.), nadat hij zijn kritiek openbaar had gemaakt begon de reformatie (kerksplitsing).
2) De reformatie leidde tot menig conflict tussen katholieken en protestanten: Boerenoorlog (Heilige Roomse rijk), Hugenotenoorlog (Frankrijk). In 1555 zou de Boerenoorlog beëindigt worden met de vrede van Augsburg waarbij elk Duitse gebied haar eigen religie mocht kiezen.
3) Karel V voerde een centralisatie en uniformeringsbeleid in zijn rijk (Heilige Roomse rijk, Spanje en Nederland). Dit kwam op fel verzet in de Nederlanden omdat de gewesten hiermee hun zelfstandigheid kwijt zouden raken. Ook was het protestantisme doorgedrongen in de Nederlanden (voornamelijk in de steden).
4) Karel V richt drie nieuwe raden op: geheime raad (nieuwe wetten en regels) bestaande uit juristen, raad van financiën (belasting) bestaande uit edelen en juristen, raad van state (politiek advies) bestaande uit edelen en juristen.