Brein en bewegen GMK les 5 epilepsie

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelen
Herhalen jicht en artrose

 

Aan het eind van de les kan je benoemen
-Waarom je de behandeling start met monotherapie
-Waarom monotherapie de voorkeur heeft
-Wat aandachtspunten zijn bij de geneesmiddelen
-Welke toedienvorm er is om een acute aanval te stoppen
-Welke andere indicatie er is voor anti epileptica
-Hoe een koortsstuip behandeld wordt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen:
Welk middel is 1ste keus bij een jicht aanval

A
DMARD
B
NSAID
C
weet ik niet

Slide 3 - Quizvraag

Welk middel is 1ste keus bij een jicht aanval
Nsaid indien dit niet gegeven mag worden: corticosteroiden


Welke middel wordt ingezet indien de jichtaanval niet overgaat

A
colchicine
B
methotrexate
C
weet ik niet

Slide 4 - Quizvraag

Welke middel wordt ingezet indien de jichtaanval niet overgaat
Cochicine
Welke middel wordt gebruikt bij artrose?

A
NSAID
B
immunosuppressiva
C
weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke toedienvorm gebruik je bij voorkeur bij de behandeling van artrose?
A
parenteraal
B
cutaan
C
weet ik niet

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
Wat wil je doen:
Preventie van aanvallen
  •  chronisch gebruik


Aanval behandelen
  •  tijdelijk gebruik



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent monotherapie?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

behandeling
  • Start met monotherapie:
  • Geen of te weinig effect:
  •  combinatie therapie


Slide 9 - Tekstslide

Je hoeft niet te onthouden welk anti epilepticum gebruikt wordt bij partiële epilepsie en welke bij generaliseerde. Je moet wel weten dat het stappen plan is en wat de aandachtspunten zijn.
Een behandeling begint altijd met één middel: monotherapie
Wanneer dit goed helpt: de aanvallen blijven weg dan is dit voldoende.
Het middel zorgt ervoor dat de overdracht tussen cellen rustiger verloopt.
Per patient moet een juiste dosis gevonden worden. dit gebeurt aan de hand van de bloedspiegel: er wordt dus gekeken hoeveel er in het bloed aanwezig is
Helpt de monotherapie niet dan kan er een ander middel aan worden toegevoegd. De patiënt krijgt nu dus een combinatie therapie
lamotrigine
levetiracetam
carbamazepine

insluipen / uitsluipen

Dosering 2de anti epilepticum geleidelijk opbouwen tot juiste dosering
  •   = in sluipen

  • Als 2de anti epilepticum effectief is dan het 1ste anti epilepticum geleidelijk afbouwen
  •   = uit sluipen


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor patiënten in de vruchtbare leeftijd is valproïnezuur een absolute CI. Wat betekent dit?
A
het mag niet gebruikt worden
B
het mag allen in uitzonderlijke gevallen gebruikt worden
C
weet ik niet

Slide 11 - Quizvraag

absolute contra indicatie: middel mag nooit gebruikt worden
relatieve CI: middel mag onder bepaalde omstandigheden gebruikt worden.
aanval behandelen
Benzodiazepine

 onderhoudsdosering:
  •   tablet
 acute aanval stoppen:
  •   injectie, rectiole, neusspray

Slide 12 - Tekstslide

Een anti epilepticum is niet geschikt om een aanval te stoppen
Benzodiazepines worden soms ook ingezet als onderhouds dosering wanneer de andere anti epileptica niet voldoende werken
Benzodiazepines zorgen ervoor dat de prikkel overdracht in de hersenen minder goed gaat, het remt de prikkels dus af. Hierdoor wordt een aanval geremd. Het zorgt er ook voor dat de spieren ontspannen. Het werkt versuffend.
Wanneer iemand een aanval heeft dan is deze persoon niet meer in staat om tabletten te slikken.
De medicatie moet dan via een neusspray, injectie of rectiole worden ingebracht.
Een rectiole is een klein tubetje met een vloeistof. De diazepam zit in deze vloeistof opgelost hierdoor werkt de diazepam sneller.
Het wordt via de anus ingebracht.
Dit wordt meestal gegeven wanneer een aanval langer dan 5 minuten duurt of wanneer er veel aanvallen achter elkaar zijn

andere indicaties
Aangezichtspijn
Pijn door tumor groei in zenuwen
Zenuwbeschadiging door diabetes of operatie


  • In bijsluiter staat deze indicatie: patiënt moet hier extra over worden geïnformeerd



Slide 13 - Tekstslide

Anti epileptica kunnen ook voor andere aandoeningen gebruikt worden zoals aangezichtspijn: dit is een ontsteking van een zenuw in het gezicht
Hierbij wil je ook de overdracht tussen cellen afremmen, hier gaat het om de overdracht van de pijn prikkel.
Dit wordt ook vaak gegeven na een operatie waarbij een knie of heup vervangen is.
Dit wordt ook vaak gegeven na een operatie waarbij een knie op heup vervangen is. Hierbij zijn de zenuwen beschadigd door de ingreep. De zenuwen raken overprikkelt, hierdoor blijven ze een pijn signaal doorgeven. Dit kan leiden tot chronische pijn. Door een anti epilepticum te gebruiken zorg je ervoor dat de zenuw rustig blijft.
Op kennisbank staan bijsluiters voor anti epileptica die als pijn stiller gebruikt worden

behandeling koorts convulsies
Bij koorts: 
  • koelen!
Starten met paracetamol

Om aanval te stoppen:
  • Diazepam rectiole


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan je benoemen:
-Waarom je de behandeling start met monotherapie
--Welke toedienvorm er is om een acute aanval te stoppen
-Welke andere indicatie er is voor anti epileptica
-Hoe een koortsstuip behandeld wordt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 5


Voor volgende les
Lees hoofdstuk 29
29.5.1


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies