2.1 - Eten en gegeten worden (KB4)

Thema 2 - Ecologie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2 - Ecologie
2.1 - Eten en gegeten worden
2.2 - Piramiden
2.3 - Kringlopen
2.4 - Populaties
2.5 - Aanpassingen bij dieren
2.6 - Aanpassingen bij planten

Slide 2 - Tekstslide

2.1 - Eten en gegeten worden

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kan uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn
Je kan een voedselketen en voedselweb lezen en maken

Slide 4 - Tekstslide

Planten
Maken eigen voedsel (fotosynthese)
Producenten -> ze produceren voedsel

Slide 5 - Tekstslide

Dieren
Kunnen niet hun eigen voeding maken
Ze eten planten of andere dieren -> consumeren
Drie soorten dieren:
Planteneters–herbivoor– eten alleen planten (koe, paard, rups)
Vleeseters – carnivoor-eten alleen dieren (leeuw, havik, haai)
Alleseters –omnivoor–eten zowel planten als dieren (mens, varken)
Dieren en planten hebben een voedselrelatie als ze elkaar eten/gegeten worden (dieren zijn consumenten)

Slide 6 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 7 - Tekstslide

Voedselrelatie
Noteer je altijd op dezelfde manier:

Plant -> planteneter -> vleeseter 1 -> vleeseter 2
Voorbeeld: Boomblad -> rups -> koolmees -> havik
Dit noem je een voedselketen
Elk onderdeel van de keten is een schakel
Meerdere voedselketens bij elkaar vormen een voedselweb


Slide 8 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 9 - Tekstslide

Rollen
  • Producent
  • Consumenten 1e orde
  • Consumenten 2e orde
  • Consumenten 3e orde
  • Reducent

Slide 10 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 11 - Tekstslide

Reducenten
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op. --> reducenten

Hierbij komen 
voedingsstoffen vrij

Slide 12 - Tekstslide

reducenten 
  • reducenten


Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters en reducenten uiteindelijk weer bij planten terecht.

Slide 13 - Tekstslide

Vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn Producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 15 - Quizvraag

Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 16 - Quizvraag

Wie is of zijn hier de
consument(en)
A
radijs
B
radijs en konijn
C
konijn
D
konijn en uil

Slide 17 - Quizvraag

Veel bacteriën horen bij de reducenten. Wat doen reducenten ook alweer?
A
organische stoffen omzetten in anorganische stoffen
B
anorganische stoffen omzetten in organische stoffen
C
planten omzetten in mineralen
D
stinkende stoffen produceren in slootjes

Slide 18 - Quizvraag

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 20 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 21 - Quizvraag

Doelen van deze les
Je kan omschrijven wat een voedselpiramide is
Je weet het verschil tussen een piramide van aantallen en een piramide van biomassa

Slide 22 - Tekstslide

Voedselpiramide
Er zijn veel meer rupsen dan haviken, waarom?
Elk dier of plant bevat energie
Elk dier of plant heeft een bepaalde hoeveelheid energie nodig
Organismen die elkaar eten zetten we in een voedselpiramide.


Slide 23 - Tekstslide

Voedselpiramide
Voedselpiramide
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide