les 4 - feiten, meningen, argumenten (subjectief/ objectief)

les 4
Feiten
Meningen
Argumenten 
Weerlegging & drogreden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les 4
Feiten
Meningen
Argumenten 
Weerlegging & drogreden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je oefent met het onderscheiden van standpunten, feiten, argumenten en het verschil tussen objectieve en subjectieve uitspraken in een zorgcontext.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
  • Theorie - subjectief & objectief
  • Oefening - subjectief & objectief
  • Theorie - weerlegging en drogreden
  • Oefening - drogreden
  • Zelfstandig oefenen - module naar keuze
  • Afsluiting




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie - subjectief
Gebaseerd op persoonlijke gevoelens, meningen of interpretaties. Het bevat vaak woorden zoals vinden, voelen, denken, naar mijn mening en kan beïnvloed worden door emoties of persoonlijke ervaringen.

✅ Voorbeelden van subjectieve standpunten:
"Ik vind dat patiënten altijd hun eigen zorg moeten kunnen kiezen."
"Het is onmenselijk om iemand in een verpleeghuis te laten wonen als hij dat niet wil."

👉 Waarom subjectief? Deze uitspraken bevatten persoonlijke oordelen en emoties en zijn niet objectief (feitelijk) meetbaar.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie - objectief 
Het argument is gebaseerd op feiten, bewijs of algemeen aanvaarde principes. Het bevat geen persoonlijke mening en is juist wel controleerbaar of meetbaar.

✅ Voorbeelden van objectieve standpunten:
"Uit onderzoek blijkt dat patiënten sneller herstellen als ze inspraak hebben in hun behandeling."
"De wet bepaalt dat euthanasie alleen onder strikte voorwaarden mag worden uitgevoerd."

👉 Waarom objectief? Deze uitspraken zijn gebaseerd op feiten of regels die te controleren zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat
Subjectief argument: gebaseerd op een mening of gevoel.
"Ik vind dat ouderen nooit alleen mogen sterven."

Objectief argument: gebaseerd op feiten of algemeen erkende regels.
"Volgens de wet heeft iedere patiënt recht op palliatieve zorg."

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief of objectief?

Uit cijfers blijkt dat de griepprik het ziekteverzuim in de zorg met 30% vermindert.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief of objectief?

Ik vind het onrechtvaardig om mensen te dwingen voor hun familie te zorgen.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief of objectief?
Verplichte vaccinatie voor zorgpersoneel is noodzakelijk om kwetsbare patiënten te beschermen.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 9 - Quizvraag

De uitspraak "Verplichte vaccinatie voor zorgpersoneel is noodzakelijk om kwetsbare patiënten te beschermen." is subjectief om de volgende redenen:

Waardeoordeel: Het woord "noodzakelijk" geeft een mening weer over wat nodig zou zijn in de situatie. Wat als "noodzakelijk" wordt beschouwd, kan variëren per persoon en is afhankelijk van hun waarden, overtuigingen en prioriteiten. Dit is een persoonlijke interpretatie van wat belangrijk of essentieel is.

Er zijn verschillende standpunten mogelijk: Er zijn verschillende meningen over de verplichting van vaccinatie. Sommigen vinden het essentieel voor de bescherming van kwetsbare patiënten, terwijl anderen de vrijheid van keuze voor zorgpersoneel belangrijker vinden. Dit maakt de uitspraak subjectief, omdat het niet op objectieve feiten is gebaseerd, maar op een persoonlijke beoordeling van wat het beste is.

Geen wetenschappelijk bewijs: De uitspraak bevat geen verwijzing naar onderzoek of feiten die het idee van "noodzakelijkheid" objectief ondersteunen. Er worden geen feiten gepresenteerd die aantonen dat verplichte vaccinatie absoluut noodzakelijk is voor de bescherming van kwetsbare patiënten.

Het zou objectief zijn als de uitspraak gebaseerd was op meetbare gegevens, bijvoorbeeld: "Uit onderzoek blijkt dat vaccinatie het risico op infecties bij zorgpersoneel vermindert, wat de kans op besmetting van kwetsbare patiënten verkleint."
Subjectief of objectief?
Veel verpleegkundigen voelen zich uitgeput na een nachtdienst, wat bewijst dat het slecht is voor de gezondheid.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 10 - Quizvraag

Het lijkt objectief, omdat het verwijst naar de ervaring van veel verpleegkundigen.
Maar "uitgeput voelen" is een persoonlijke ervaring en geen vaststaand feit.
"Wat bewijst dat het slecht is" maakt de uitspraak subjectief, omdat gevoel niet automatisch een wetenschappelijk bewijs is.
Weerlegging & drogreden
Drogreden
Een drogreden is geen sterk argument, 
want bij een drogreden klopt er iets niet in de argumentatie. 
Er wordt gedaan alsof er een verband is tussen de oorzaak en het gevolg van iets, terwijl dit verband niet bestaat of niet bewezen is.

Weerlegging
Een eerdere bewering ontkrachten. 
Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een drogreden?
A
"Opa drinkt elke dag twee glazen wijn, hoewel matig wijngebruik het risico op hartziekten kan verlagen, is dit niet perse gezond."
B
Opa drinkt elke dag twee glazen wijn. Alcohol is dus goed voor je.

Slide 12 - Quizvraag

Deze redenering valt de persoon (Jan) aan in plaats van het argument over klimaatverandering zelf te weerleggen. Het maakt niet uit of Jan een wetenschapper is; de focus zou moeten liggen op de inhoud van zijn argumenten.
Zelfstandig oefenen
Oefen een module die voor jou van toepassing is.

Wil je verder oefenen met dit onderwerp van de les?
Zoek onder het kopje 'modules': 
  • 2F/3F Standpunten en argumenten
  • 3F Soorten argumenten en drogredenen
  • 3F Feiten, meningen en argumenten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag heb ik geleerd dat:

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies