Groene groep les 4
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
In welk perspectief/aanzicht staat de afbeelding?
A
isometrisch perspectief
B
cavalière perspectief
C
natuurlijk perspectief
D
vooraanzicht
Slide 2 - Quizvraag
In welk perspectief/aanzicht staat de afbeelding?
A
isometrisch perspectief
B
cavalière perspectief
C
natuurlijk perspectief
D
vooraanzicht
Slide 3 - Quizvraag
In welk perspectief/aanzicht staat de afbeelding?
A
isometrisch perspectief
B
cavalière perspectief
C
natuurlijk perspectief
D
vooraanzicht
Slide 4 - Quizvraag
Je kan het natuurlijk perspectief herkennen doordat de vluchtlijnen samenkomen in een vluchtpunt.
A
Waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt er behouden van informatie bij het isometrisch perspectief?
A
lengte van de ribben en hoekgrootte
B
lengte van de ribben en evenwijdigheid
C
enkel de lengte van de ribben
D
geen van bovenstaande
Slide 6 - Quizvraag
Wat wordt er behouden van informatie bij het natuurlijk perspectief?
A
Enkel de horizontale evenwijdigheid
B
Enkele de verticale evenwijdigheid
C
De lengte van de ribben
D
geen van bovenstaande
Slide 7 - Quizvraag
De lengte van de ribben van de zijvlakken worden gehalveerd bij isometrisch perspectief.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
De lengte van de ribben van de zijvlakken worden gehalveerd bij cavalière perspectief.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
De volgende figuren zijn omwentelingslichamen:
A
prisma, cilinder, bol
B
balk, kubus, prisma
C
cilinder, kegel, bol
D
geen van bovenstaande
Slide 10 - Quizvraag
De opstaande grensvlakken van een prisma zijn altijd een rechthoek.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
De inhoud van een kegel kan ALTIJD 3keer in deze van een cilinder (zelfde grondvlak & hoogte)
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer het RZA en VAZ beide een cirkel zijn, dan heb ik het over een....
A
bol
B
kegel
C
cilinder
D
geen van bovenstaande
Slide 13 - Quizvraag
Het aantal ribben bij een n-zijdige piramide is ...
A
3n
B
2n+1
C
n
D
2n
Slide 14 - Quizvraag
1liter =
A
1dm²
B
1dm³
C
1cm³
D
1cm²
Slide 15 - Quizvraag
1 ml =
A
1cm³
B
1dm³
C
1mm³
D
geen van bovenstaande
Slide 16 - Quizvraag
Het volgende getal behoort tot... (zo specifiek mogelijk)
A
de natuurlijke getallen
B
de gehele getallen
C
de rationale getallen
D
geen van bovenstaande
Slide 17 - Quizvraag
Het volgende getal behoort tot... (zo specifiek mogelijk)
A
de natuurlijke getallen
B
de gehele getallen
C
de rationale getallen
D
geen van bovenstaande
Slide 18 - Quizvraag
Het volgende getal behoort tot... (zo specifiek mogelijk)
A
de natuurlijke getallen
B
de gehele getallen
C
de rationale getallen
D
geen van bovenstaande
Slide 19 - Quizvraag
Het volgende getal behoort tot... (zo specifiek mogelijk)
A
de natuurlijke getallen
B
de gehele getallen
C
de rationale getallen
D
geen van bovenstaande
Slide 20 - Quizvraag
Het volgende getal behoort tot... (zo specifiek mogelijk)
A
de natuurlijke getallen
B
de gehele getallen
C
de rationale getallen
D
geen van bovenstaande
Slide 21 - Quizvraag
Bereken
A
-25/2
B
25/2
C
825/66
D
-825/66
Slide 22 - Quizvraag
Bereken: 4.5c
Slide 23 - Open vraag
Bereken: -10,1c. 2b
Slide 24 - Open vraag
Bereken: -0,05k.0,5d.(-5a) =
Slide 25 - Open vraag
Bereken: -3c+3c=
Slide 26 - Open vraag
Bereken: -a-a-a-a+b-9 =
Slide 27 - Open vraag
Bereken: -4-(5a-6b) =
Slide 28 - Open vraag
Bereken: -(-4a+5b)-(2c-6d)=
