Peerfeedback op prikkelfiches

16 december 2020
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Thema 1Hoger onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

16 december 2020

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria vrije leerprikkel
  • Keuze materiaal in functie van vrij leren 
  • Creativiteit die blijkt uit vooraf gemaakte brainstorm 
  • Waarde van stimulerende tussenkomsten van de leerkracht in functie van het verhogen van betrokkenheid 
  • Correctheid in situering binnen ZILL-ontwikkelthema(’s) 
  • Schriftelijke taalvaardigheden 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria (be)geleide leerprikkel
  • Correctheid en volledigheid van uitschrijven van de leerprikkel in een apart ontwerpsjabloon: aanpak, leeractiviteiten, leerlingactiviteiten, timing, didactisch materiaal, bronnen en bijlagen. 
  • Verantwoording in welke mate het ontwerp voldoet aan de WEI-ontwerpprincipes. 
  • Reflectie op aanpassing van ontwerp van de leerprikkel na try-out en na realisatie op stageschool. 
  • Wat betreft observatieverslag van welbevinden en betrokkenheid: observatie van gedrag wordt objectief en concreet omschreven, inschatting van het gemiddelde niveau is correct.signalen worden opgemerkt en correct geïnterpreteerd. 
  • Schriftelijke taalvaardigheid 
  • Peilen naar beleving/leerresultaten bij kinderen + verantwoording 
  • Situering in de ZILL Ontwikkelthema’s + verantwoording
  • Creativiteit in aanpassing van de leerprikkel tegenover het aangeboden                                                                                                 voorbeeld in het Labo leerprikkels 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een klassikaal voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpak: is dit duidelijk? Staat het genoteerd in directe rede? (p. 3)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie na de try-out:
Is het duidelijk waarom er aanpassingen werden gedaan? (p.6)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WEI-principe: werkelijkheidsnabijheid. Is de verantwoording correct?
Is beschreven waarom dit eventueel niet van toepassing is?
(p. 8)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peilen naar beleving en verantwoording: duidelijk? efficiënt? (p. 12)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk per 2 het criterium dat je 'trekt'.
Klaar? Dan trek je een nieuw kaartje!
Je krijgt 15 min tijd.
We schuiven 1 X door.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Eventueel link naar deze pagina in de chat plaatsen, zodat studenten dit indiviudeel kunnen openen op hun computer:
https://www.bookwidgets.com/play/5BTAY5B?teacher_id=5840933656461312

Slide 17 - Link

Studenten gaan in break-outrooms: per twee bespreken ze van elkaar het criterium dat ze eruit pikken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie canvas!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de theoretische kaders van thema 2 zijn duidelijke linken terug te vinden. Zo kan je bijv. het positief klasklimaat als betrokkenheidsverhogende factor linken aan enerzijds één van de psychologische basisbehoeftes uit de zelfdeterminatietheorie én anderzijds aan één van de breinprincipes. Geef beide linken en leg ze uit. (6 pt)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a) Bespreek welke soort regulatie de directie bij haar leerkracht aanspreekt. ( /2)

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correctiesleutel
externe regulatie (1), “dit is wat we mogen verwachten van een professioneel ingestelde leerkracht’’, “je moet leren om dingen te doen tegen je zin”, “maak er niet zo’n heibel van en begin er gauw aan” Directeur legt hier duidelijk deze taak op aan de leerkracht en deze voelt hierdoor externe druk (1)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

b) Bespreek voor elke vitamine van groei of deze hier door de directie wel of niet wordt bevorderd? ( /3)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

correctiesleutel
· Autonomie (0,5): leerkracht krijgt geen keuze of inspraak in het uitvoeren van een opdracht waar ze duidelijk tegenop ziet (0,5)

· Verbondenheid (0,5): er is geen empathie van de directie, ze geeft zelfs aan directie te zijn geworden om zelf van dit soort opdrachten verlost te zijn (0,5)

· Competentie (0,5): leerkracht geeft aan de materie moeilijk en abstract te vinden, toch wordt er geen ondersteuning geboden (0,5)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de theoretische kaders van thema 2 zijn duidelijke linken terug te vinden. Zo kan je bijv. het positief klasklimaat als betrokkenheidsverhogende factor linken aan enerzijds één van de psychologische basisbehoeftes uit de zelfdeterminatietheorie én anderzijds aan één van de breinprincipes. Geef beide linken en leg ze uit. (6 pt)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correctiesleutel
Positief klasklimaat betekent dat we ervoor zorgen dat er een warme klassfeer bestaat waar er aandacht is voor de uiteenlopende noden van kinderen en een open communicatie mogelijk is. (1) Een positief klasklimaat is belangrijk, opdat kinderen een hoog welbevinden en betrokkenheid kunnen vertonen (1)

Dit kunnen we linken aan de psychologische basisbehoefte verbondenheid, één van de drie vitamines voor groei, opdat er autonome motivatie kan ontstaan. (1) Hiermee wordt dus ook de veilige en warme band tussen mensen verstaan. Mensen hebben de behoefte om ergens bij te horen. (1)

Tenslotte kunnen we een positief klasklimaat nog linken aan het breinprincipe ‘emotie’, één van activerende breinprincipes (1). Hiermee wordt eveneens de nood aan een veilige, maar uitdagende leeromgeving beklemtoond. Een veilige omgeving zal ervoor zorgen dat het reptielenbrein niet wordt aangesproken om te vluchten of bevriezen, maar de prefrontale cortex kan zorgen voor diepgaander leren. Anderzijds hebben we uitdaging nodig waarbij ons zoogdierenbrein reageert op positieve, motiverende elementen uit de les. (1)
Warmte, positiviteit en veiligheid staan m.a.w. centraal bij de drie hierboven besproken begrippen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk beeld associeer je met het examen van thema 2?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies