Gespreksvaardigheden les 3

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Gespreksvaardigheden, les 3

Programma

Gesprek observeren 

12 interventies van gesprekken 

OEN? OMA? ANNA? 

Soorten vragen

Vragen controleren en/of formuleren 

Afgelopen lessen

De basis van communicatie

Privacybeleid

Pedagogisch onderwerp

Opdracht besproken en ingepland op stage

Wat is de stand van zaken wat betreft de voortgang van jouw opdracht? Leg uit!

Welk pedagogisch onderwerp heb jij gekozen? Als je nog twijfelt geef dan aan waaraan je twijfelt.

Integrale opdracht

Wat je kunt maken:

Inleiding, planning, voorblad, 'raamwerk', privacybeleid, pedagogisch onderwerp en vragen voor het interview

Interviews inplannen in de weken 15 & 23 maart

Gesprek observeren

https://www.youtube.com/watch?v=YI-brjrh-Zk 

Noteer voor jezelf hoe de vragen anders gesteld hadden kunnen worden

Ezelsbruggetjes

- DIK: Denk In Kwaliteiten.  

Besteed aandacht aan dat wat goed is gegaan en probeer ‘om te denken’. 

- ANNA:  Altijd Navragen, Nooit Aannemen.   

Vraag altijd na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoelt. 

- NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander.  

Niemand kan in het hoofd van een ander kijken en je weet dus nooit wat de ander wil gaan zeggen. Als iets onduidelijk is, vul dan niet in maar vraag na wat er bedoeld wordt. 

- OEN: Open, Eerlijk en Nieuwsgierig.  

Sta open voor de ander, wees eerlijk in hetgeen je duidelijk wilt maken en ben oprecht nieuwsgierig naar de ander. 

- OMA: Oordelen, Meningen, Aannames.  

Probeer deze voor je te houden en luister met een open houding naar de ander. 

- LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.  

Dit kan helpend zijn om aandachtig te luisteren. Als je LSD goed beheerst, kan dit de relatie ten goede komen. 

Soorten vragen

Open vragen

Gesloten vragen

Sturende vragen

"Bent u tegen pesten?"

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Sturende vraag

"Pesten kun je natuurlijk nooit helemaal tegengaan, hoe denkt u daarover?"

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Sturende vraag

"Wat zijn uw ervaringen met het preventieve programma Kanjertraining?"

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Sturende vraag

Interviews voorbereiden

Soms kan het nuttig zijn gesloten vragen te stellen: als je daarna doorvraagt

Wees bewust van de verschillende interventies, neem deze mee in je voorbereiding

Start altijd met wat algemene vragen: hoe lang werkt iemand bij de organisatie, in welke groep zit het kind, hoe ervaart de ouder de school, et cetera

Interviews voorbereiden

Formuleer de vragen voor je interview. 

Noteer:  

1. wat voor soort vragen je gaat stellen  (open, gesloten etc.),  

2. welke interventies je gaat toepassen 

3. en hoe je zou kunnen doorvragen. 

 

(Onthoud: een interview bereidt je naar eigen inzicht voor, je bepaalt zelf de ruimte die je neemt om tijdens het interview zelf nog vragen te bedenken en te stellen!) 

Minimaal 10 vragen per interview (los van algemene vragen en doorvragen)