VEI Kennis Check Werking van het zenuwstelsel
1 / 35
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel
Slide 2 - Quizvraag
Het zenuwstelsel bestaat uit
A
centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen
B
centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
C
centraal zenuwstelsel en lichaamzenuwen
D
perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen
Slide 3 - Quizvraag
Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel
Slide 4 - Quizvraag
Van groot naar klein is de juiste volgorde ...
A
Zenuwen - Zenuwcellen - Zenuwstelsel
B
Zenuwcellen - Zenuwstelsel - Zenuwen
C
Zenuwstelsel - Zenuwen - Zenuwcellen
D
Zenuwen - Zenuwstelsel - Zenuwcellen
Slide 5 - Quizvraag
Bewegingszenuwen geleiden impulsen van...
A
zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
het centrale zenuwstelsel naar zintuigen
C
spieren naar het centrale zenuwstelsel
D
het centrale zenuwstelsel naar spieren
Slide 6 - Quizvraag
Waar ligt het cellichaam van een gevoelszenuw?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel
Slide 7 - Quizvraag
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen
Slide 9 - Quizvraag
De hersenen horen bij....
A
Centrale zenuwstelsel
B
Zenuwen
C
D
Slide 10 - Quizvraag
Je gehoorzenuw behoort tot het centrale zenuwstelsel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
Van het centrale zenuwstelsel af
Slide 12 - Quizvraag
Waar liggen de schakelcellen?
A
Buiten het centrale zenuwstelsel
B
In de zintuigen
C
In het centrale zenuwstelsel
D
In de zenuwen
Slide 13 - Quizvraag
Behoort een oogzenuw tot het centrale zenuwstelsel?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
De hersenen horen bij....
A
Centrale zenuwstelsel
B
Zenuwen
C
De zintuigen
Slide 15 - Quizvraag
Verwerkt het zenuwstelsel impulsen van je reukzintuig?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Waar liggen de schakelcellen?
A
Buiten het centrale zenuwstelsel
B
In de zintuigen
C
In het centrale zenuwstelsel
D
In de zenuwen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de functie van gevoelszenuwcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.
Slide 18 - Quizvraag
Het zenuwstelsel kan de werking van klieren regelen.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de functie van schakelcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.
Slide 20 - Quizvraag
Welke zenuwen liggen in zijn geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Gemengde zenuwen
Slide 21 - Quizvraag
Wie vangen de prikkels op?
A
gevoelszenuwen
B
zintuigen
C
bewegingszenuwen
D
centrale zenuwstelsel
Slide 22 - Quizvraag
Hoe noem je de signaaltjes waarmee je zenuwstelsel communiceerd?
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Stroompjes
D
Hormonen
Slide 23 - Quizvraag
Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar ..
A
het centrale zenuwstelsel
B
de spieren en klieren
C
de zintuigen
Slide 24 - Quizvraag
Van welke zenuwcellen liggen de cellichamen buiten het centrale zenuwstelsel
A
Gevoelszenuwcel
B
Schakelcel
C
Bewegingszenuwcel
Slide 25 - Quizvraag
Impulsen reizen door...
A
Zenuwen
B
Zenuwcellen
C
Zenuwstelsel
D
Al deze antwoorden zijn juist
Slide 26 - Quizvraag
Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle delen van het lichaam
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 27 - Quizvraag
Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar je zweetklier?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
Slide 28 - Quizvraag
Het zenuwstelsel kan de werking van klieren regelen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quizvraag
Hoe heet de bundel zenuwen in je rug?
A
zintuigcellen
B
zenuwstelsel
C
ruggenmerg
Slide 30 - Quizvraag
Welke delen van je zenuwstelsel kunnen impulsen maken?
A
zenuwen
B
zintuigen
C
hersenen
D
ruggenmerg
Slide 31 - Quizvraag
Welk deel hoort NIET bij het CZS
(Centrale ZenuwStelsel)?
(Centrale ZenuwStelsel)?
A
Werfelkolom
B
Kleine hersenen
C
Grote hersenen
D
Ruggenmerg
Slide 32 - Quizvraag
Het zenuwstelsel kan de werking van spieren en klieren regelen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar ..
A
het centrale zenuwstelsel
B
de spieren en klieren
C
de zintuigen
Slide 34 - Quizvraag
Schakelcellen liggen ....... het centrale zenuwstelsel.
A
in hun geheel binnen
B
in hun geheel buiten
C
zowel binnen als buiten
