2T. Oefentoets ch3. Part 2

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Theoretisch
Gebruik deze LessonUp om te leren voor de toets

Vocabulary - Theme words, F Listening + G Reading
Leer Nederlands-Engels. Theme words ook Engels-Nederlands

Grammar - Present Perfect
Irregular verbs lijst

Slide 2 - Tekstslide

without
echt
awful
clearly
so
million
zonder
verschrikkelijk
duidelijk
zodat
proper
miljoen

Slide 3 - Sleepvraag

My favorite Disney prince is prince
.... (aantrekkelijk)
A
annoying
B
wonderful
C
charming
D
disappointing

Slide 4 - Quizvraag

Which picture shows furniture?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

My brother has worked as an .... (figurant) in local films
A
figure
B
extra
C
actor
D
nutcase

Slide 6 - Quizvraag

Which picture shows 'write down'?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord betekent: verantwoordelijk?
A
encourage
B
wonderful
C
thrilling
D
responsible

Slide 8 - Quizvraag

Which picture shows a shelf?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Next Saturday we are going to ....(strijden) for a place in the finals
A
fighter
B
war
C
compete
D
experience

Slide 10 - Quizvraag

Which picture shows a screen?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Avatar 2 is a major .... (kaskraker)
A
register
B
money breaker
C
blockbuster
D
safe

Slide 12 - Quizvraag

subtitles
curious
excited
red carpet
sequel
dressing room
celebrity
silly

Slide 13 - Sleepvraag

Vertaal naar het Engels
voorvertoning

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
voorspelbaar

Slide 15 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
belangrijk

Slide 16 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
geweldig

Slide 17 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
leeftijd

Slide 18 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
genoeg

Slide 19 - Open vraag

Present Perfect
Zorg dat je de Irregular verbs oefent. 
Je mag de lijst bij de toets hebben

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het verleden tijd rijtje van 'zijn'?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'doen'?

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'beginnen'?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'hebben'?

Slide 24 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'gaan'?

Slide 25 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'beginnen'?

Slide 26 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'doen'?

Slide 27 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'zijn'?

Slide 28 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'hebben'?

Slide 29 - Open vraag

Hoe maak je de regelmatige present perfect?
A
have/has + ww + ing
B
had + ww + ing
C
have/has + ww + ed
D
had + ww + ed

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

have
has
I
they
Sarah
my brother
my friend and I
you
the children
the bird

Slide 33 - Sleepvraag

Present perfect tense
Have / has + past participle

Past participle --> ww + ed OF 3e rijtje Irregular Verbs

I have worked here since 2021
She has been with her partner for 10 years!

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders

Slide 36 - Quizvraag

He ......................... ( play)


A
have played
B
has played

Slide 37 - Quizvraag

I ........................(work) very hard.
A
has worked
B
have worked

Slide 38 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.
C
She had a cat

Slide 39 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 40 - Quizvraag

Helen .............. (to live) here for 7 years.
A
have live
B
has lived
C
has live
D
have lived

Slide 41 - Quizvraag

You.......................(walk) to Germany
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk

Slide 42 - Quizvraag

Make the present perfect:
I ask

Slide 43 - Open vraag

Make the present perfect:
He listens

Slide 44 - Open vraag

Make the present perfect:
I ask

Slide 45 - Open vraag

Make the present perfect:
He listens

Slide 46 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
I .... (to walk) to school

Slide 47 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
They ..... (to study) very hard for the test

Slide 48 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
She .... (not - be) to Disneyland before

Slide 49 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
My brother .... (to work) at the hospital since 2017

Slide 50 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
I .... just ..... (to discover) how to put notes in a PowerPoint

Slide 51 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
My parents .... (to have) a great time in London

Slide 52 - Open vraag

How did you do on this practise test?
Woordjes gingen goed. Grammatica minder
Grammatica ging goed. Woordjes minder
Woordjes en grammatica gingen goed!
Woordjes en grammatica gingen slecht

Slide 53 - Poll