Treinen
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
In welk land is de stoomtrein uitgevonden?
A
Nederland
B
Engeland
C
Verenigde Staten
D
China
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet de eerste stoomtrein die in 1839 in Nederland rijdt?
A
De Meeuw
B
De Kraai
C
De Arend
D
De Adelaar
Slide 4 - Quizvraag
De Arend rijdt vanaf station Amsterdam. Naar welke stad gaat de eerste rit?
A
Rotterdam
B
Haarlem
C
Utrecht
D
Alkmaar
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel liter water hebben ze nodig?
A
1000
B
3000
C
6000
D
9000
Slide 6 - Quizvraag
Welke activiteit wordt er door de komst van de treinen meer ondernomen?
A
Een dagje uit
B
Internationaal reizen
C
Vakantie naar de Waddeneilanden
Slide 7 - Quizvraag
In 1869 gaan er steeds meer treinen rijden. Wat/Wie heeft daar nog meer profijt van?
A
De boeren
B
De dieren
C
De industrie
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Hoe oud was Huub toen?
A
15
B
18
C
17
D
16
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
In welk jaar ging Huub op tienertour?
A
1986
B
1983
C
1980
D
1951
Slide 15 - Quizvraag
Wat kostte het kijken van het filmpje in het museum?
A
1 euro
B
2 gulden
C
2 euro
D
1 gulden
Slide 16 - Quizvraag
Waarom konden ze niet zomaar naar huis bellen?
A
Ze hadden geen geld
B
Ze hadden geen bereik
C
Er waren nog geen mobiele telefoons
Slide 17 - Quizvraag
Hoe werd er in 1969 voor geadverteerd (reclame gemaakt)?
A
met posters
B
op de televisie
C
op de radio
D
In kranten
Slide 18 - Quizvraag
Wat kostte een kaartje voor 8 dagen?
A
40 gulden
B
20 gulden
C
30 gulden
D
50 gulden
Slide 19 - Quizvraag
In welk jaar kon je voor het eerst op tienertour?
A
1996
B
1958
C
1969
D
1975
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Zou jij hier aan mee willen doen?
