Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier
Via de maagportier komt het voedsel in de twaalfvingerige darm. In deze darm komen verteringssappen uit de lever en uit de alvleesklier bij het voedsel. De lever maakt gal en de alvleesklier maakt alvleessap.
Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas.
Wanneer het nodig is, gaat gal via de galbuis
naar de twaalfvingerige darm. Daar verdeelt
de gal grote vetdruppels in kleinere druppeltjes.
Dat heet emulgeren. Gal verteert de vetten niet,
maar maakt ze alleen kleiner. Hierdoor wordt
het oppervlak van de druppels vergroot.
Verteringssappen kunnen dan sneller op de
vetten inwerken.