3A Th4 Ordening - Bs 4-6

Ordenen
Ordening is het indelen van een verzameling in groepen.

Een ander woord voor ordenen is sorteren

Bij ordenen kijk je naar eigenschappen die overeenkomen. 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ordenen
Ordening is het indelen van een verzameling in groepen.

Een ander woord voor ordenen is sorteren

Bij ordenen kijk je naar eigenschappen die overeenkomen. 

Slide 1 - Tekstslide

hoofdgroep




     rijk

bijvoorbeeld       mens                           tulp                   champignon  
Prokaryoten
Eukaryoten
Planten
Dieren
Schimmels

Slide 2 - Sleepvraag

Prokaryoot
Dier
Plant
Schimmel
met bladgroenkorrels
met celwand
zonder celwand
met vacuole
zonder celkern
met celkern
met celwand
met celwand
met vacuole
met celkern
met celkern

Slide 3 - Sleepvraag

Planten ordenen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

Slide 5 - Tekstslide

Bij fotosynthese ontstaat er ....
A
Water + zuurstof
B
Water + koolstofdioxide
C
Koolstofdioxide + zuurstof
D
Zuurstof + glucose

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het onderdeel van de cel waar fotosynthese plaatsvindt?

Slide 7 - Open vraag

Een vaatbundel bestaat uit ...
A
houtvaten en nerfvaten
B
bastvaten en suikervaten
C
houtvaten, suikervaten en nerfvaten
D
bastvaten en houtvaten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van vaatbundels?
A
Transport van water en voedingsstoffen
B
Vaatbundels geven kleur aan de plant
C
Fotosynthese
D
Opslaan van reservevoedsel

Slide 9 - Quizvraag

Planten ordenen

wortels
stengels
vaten
bladeren 
bloemen

eencellig                         meercellig

Slide 10 - Tekstslide

Boomalg
(eencellig)
Wieren (algen) kunnen eencellig en meercellig zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Wieren
De meeste wieren groeien in het water.
Daarom hebben ze geen stengels of wortels nodig.
Voedingsstoffen halen ze direct uit het water om hen heen

Wieren hebben ook geen bloemen of bladeren.

Slide 12 - Tekstslide

Planten ordenen

Sommige meercellige planten hebben vaatbundels, maar mossen niet.

Ja? --> vaatplanten
Nee? --> mossen

Slide 13 - Tekstslide

Planten ordenen
Manier van voortplanting:
  • Zaadplanten: planten zich voort door zaden, hebben ook vaak bloemen&vrucht
  • Sporenplanten: planten zich voort met sporen (de sporen zijn eencellig)

Slide 14 - Tekstslide

sporenplanten
Kenmerken:
Wel wortels
Wel stengels
Wel bladeren
Geen bloemen

Voorbeelden
mossen → hebben sporendoosjes
varens → hebben sporen hoopjes
paardenstaart
mos
varen

Slide 15 - Tekstslide

Zaadplanten

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdrachten 1, 2, 5 en 6
(blz. 269, 271 & 272)

Slide 17 - Tekstslide

Dieren ordenen
Dieren ordenen

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet

Slide 19 - Tekstslide

Vogel
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Zoogdieren
Zoogdieren
Reptielen

Slide 20 - Sleepvraag

Indeling dierenrijk

Slide 21 - Tekstslide

Dieren: Symmetrie

Slide 22 - Tekstslide

Skelet:
Geen skelet, uitwendig 
skelet of inwendig 
skelet.

Slide 23 - Tekstslide

Tekst
Hierboven staan  4 stammen van het dierenrijk. Onder staan een aantal dieren weergegeven. Sleep de dieren naar de juiste stam.
Neteldieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Sponzen

Slide 24 - Sleepvraag

Aan de slag
Maak opdrachten 3 en 7
Klaar? Maak opdracht 4

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten

Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

Slide 27 - Tekstslide

geleedpotigen - 4 klassen

Slide 28 - Tekstslide

Geleedpotigen

Kenmerken:

- tweezijdig symetrisch

- het skelet is een pantser


Vier groepen:

1   insecten 

2  spinachtigen

3  kreeftachtigen (10 poten)

4  veelpotigen

Insect: 6 poten
Spinachtigen: 8 poten
Kreeftachtigen
10 poten
Veel potigen: Veel poten (meer dan 10)

Slide 29 - Tekstslide

Gewervelde dieren
Gewervelde dieren zijn dieren met een wervelkolom (ruggengraat)

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Vul het overzicht van Gewervelden in.
Gebruik hiervoor de tekst in het boek en afbeelding 4.

Maak opdrachten 2, 4 en 5


Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken.

Slide 32 - Tekstslide

Determineren
Determinatietabel

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Determinatietabel

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 3 op blz. 284

Slide 36 - Tekstslide