De suikergroep bestaat uit 5 koolstofatomen met daaraan verschillende groepen. Wanneer je de koolstofatomen telt met de klok mee vanaf de O-groep, zie je dat de fosfaatgroep van de nucleotide zelf aan 5' vastzit (het 5'-uiteinde), en de fosfaatgroep van de volgende nucleotide aan 3' (het 3'-uiteinde).
5'-uiteinde
3'-uiteinde
Slide 16 - Tekstslide
Wat betekent het begrip 'sequentie'
A
de volgorde van nucleotiden
B
de volgorde van nucleosomen
C
de volgorde van N-basen
D
de volgorde van genen
Slide 17 - Quizvraag
DNA-sequentie
Een DNA-molecuul past in een celkern door de compacte vorm, het is rond histonengewikkeld.
Een aantal histonen met DNA eromheen = nucleosoom. De volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt: de sequentie
Slide 18 - Tekstslide
Niet coderend-DNA heeft
A
geen functie
B
een regulerende functie
C
verslaving tot gevolg
D
een coderende functie
Slide 19 - Quizvraag
Niet-coderend DNA
Mens: ongeveer 98,5% van genoom bestaat uit niet-coderend DNA.
Dit DNA heeft een regulerende functie
een deel bestaat uit repetitief DNA (herhalingen van korte nucleotidesequenties)
Slide 20 - Tekstslide
-Bep zegt dat DNA-replicatie plaatsvindt tijdens de interfase. -Pieter zegt dat na DNA-replicatie een chromosoom uit twee chromatiden bestaat.
Wie heeft (hebben) gelijk? Gebruik je BiNaS
A
Geen van beiden
B
Alleen Bep
C
Alleen Pieter
D
Beiden
Slide 21 - Quizvraag
DNA-replicatie (1)
Celdeling vindt plaats om onder andere cellen te vervangen of te kunnen groeien. Het kopiëren van DNA oftewel DNA-replicatie is nodig tijdens de celdeling, specifieker tijdens deS-fase (zie afbeelding hiernaast).
Slide 22 - Tekstslide
Wat aan de bouw van DNA zorgt ervoor dat DNA exact kan worden gekopieerd?
Slide 23 - Open vraag
De open fosfaatkant is de 5' kant, de open suikerkant is de 3' kant van het DNA
De complementaire strengen liggen tegenovergesteld.
DNA-
molecuul
(nucleïnezuur)
Slide 24 - Tekstslide
semi-conservatief
Elk DNA molecuul bestaat uit een 'oorspronkelijke' en 'nieuwe' streng
Slide 25 - Tekstslide
DNA- replicatie vindt plaats in de ...
A
G1-fase
B
S-fase
C
G2-fase
D
kerndeling
Slide 26 - Quizvraag
DNA replicatie is...
A
... het afbreken van DNA
B
... het aflezen van DNA
C
... het kopiëren van DNA
D
... het doorgeven van DNA
Slide 27 - Quizvraag
DNA-replicatie (1)
DNA begint bij een replicatiestartpunt, de waterstofbruggen tussen de basenparen wordt verbroken door het enzym helicase. Als de twee strengen uit elkaar gaan, ontstaat een replicatiebel.
Slide 28 - Tekstslide
DNA-replicatie (2)
Replicatie begint met een primer, waarvan het enzym DNA-polymerase langs de keten kan schuiven en nieuwe stikstofbasen (A,T, C en G) kan binden. Zo ontstaat de nieuwe streng.
Slide 29 - Tekstslide
DNA-replicatie (2)
DNA-polymerase heeft een afleesrichting van het 3'-uiteinde naar het 5'-uiteinde.
De nieuwe streng wordt dus gemaakt van 5' naar 3'.
De leidende streng (leading strand) is gemaakt.
Slide 30 - Tekstslide
DNA-replicatie (2)
DNA-polymerase kan alleen van het 3'-5' uiteinde aflezen
In de andere richting kan DNA-polymerase alleen kleine stukjes DNA, de Okazaki fragmenten, synthetiseren.
De RNA primers worden vervangen door DNA-nucleotiden.
Slide 31 - Tekstslide
DNA-replicatie (3)
Het enzym DNA-ligase koppelt ten slotte de Okazaki-fragmenten aan elkaar.
Hierdoor wordt de volgende streng (lagging strand) gevormd.
Slide 32 - Tekstslide
Binas
Welke Binas- tabel bevat veel informatie over DNA-replicatie?
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Sleepvraag
Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase
DNA-polymerase
Slide 35 - Sleepvraag
Herhaling Basisstof 2 (3)
DNA-replicatie
Slide 36 - Tekstslide
Oude keten - nieuwe keten
Slide 37 - Tekstslide
Binas
Welke Binas- tabel bevat veel informatie over DNA-replicatie?
71D
Slide 38 - Tekstslide
Zie plaatje: Hoe noemen we de met 'b' aangegeven lijn van het DNA?
A
Okazaki fragment
B
Lagging strand
C
DNA polymerase III
D
Leading strand
Slide 39 - Quizvraag
Wat is een primer?
A
Stukje DNA gemaakt door ligase
B
Stukje RNA gemaakt door primase
C
Stukje RNA gemaakt door polymerase
D
Stukje DNA gemaakt door helicase
Slide 40 - Quizvraag
Wat doet DNA-ligase?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie
Slide 41 - Quizvraag
Zet de stappen van replicatie in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA-primers worden vervangen door DNA-nucleotiden
Replicatie start bij een replicatiestartpunt
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt van de dubbele strengen enkele strengen DNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.