oefentoets H1

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
Ordening
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
Ordening

Slide 1 - Quizvraag

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
Door sporen
B
Door deling
C
Door toxinen
D
Door geslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Quizvraag

Bacteriën zijn....
A
eencellig
B
veelcellig
C
eencellig en veelcellig

Slide 3 - Quizvraag

Wie zetten alle resten van planten en dieren om in mineralen?
A
Afvaleters
B
Producenten
C
Reducenten
D
Consumenten

Slide 4 - Quizvraag

Wie zijn de producenten van het voedselkringloop
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn schimmels en bacteriën?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 6 - Quizvraag

Schimmels hebben:
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 7 - Quizvraag

Wie leggen tijdens de fotosynthese energie uit zonlicht vast in glucose?
A
Producenten
B
Afvaleters
C
Consumenten
D
Reducenten

Slide 8 - Quizvraag

Hebben bacteriën een celkern?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Hoe kan een schimmel zich voortplanten
A
zaden
B
sporen
C
celdeling

Slide 10 - Quizvraag

Wie kunnen eigen voedsel maken?
A
consumenten
B
producenten
C
reducenten
D
afvaleters

Slide 11 - Quizvraag

Heeft een schimmel bladgroenkorrels?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

In welke vier rijken kunnen we de organismen indelen?
A
insecten, wormen, zoogdieren enplanten
B
planten, zoogdieren, schimmels en bacteriën
C
planten, schimmels, bacteriën en dieren
D
dieren, schimmels, reptielen en bacteriën

Slide 13 - Quizvraag

Welke groep hoort niet bij de gewervelde dieren?
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
Slakken
D
Reptielen

Slide 14 - Quizvraag

Een plantencel heeft geen celkern
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
De cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 16 - Quizvraag

Een plantencel bevat bladgroenkorrels.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de plantencel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

De plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer staat een kruidachtige plant rechtop?
A
Als de vacuole vol is
B
Als de cellen bladgroenkorrels hebben
C
Als de vacuole leeg is
D
Als de cellen celwanden hebben

Slide 20 - Quizvraag

Het buitenste laagje om de cel van een dier heet
A
celwand
B
celmembraan
C
cytoplasma
D
vacuole

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een orgaanstelsel?
A
Darmen
B
Longen
C
Skelet
D
Ruggenmerg

Slide 22 - Quizvraag


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 23 - Quizvraag


Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 24 - Sleepvraag

Celkern
Nee
Ja
Ja
Ja
Celwand
Ja
Ja
Nee
Ja
Bladgroen korrels
Nee
Nee
Nee
Ja
Sleep de 4 rijken naar de goede plek in de tabel
Bacteriën
Planten
Schimmels
Dieren

Slide 25 - Sleepvraag

Alle organismen worden in de biologie ingedeeld in 4 rijken. Tot welk rijk behoren de volgende organismen? Sleep ze naar het juiste vak 
Dieren
Planten
Schimmels
Bacteriën
Vliegenzwam
Melkzuurbacterie
Beuk
Wandelende tak
lieveheersbeestje
Tulp

Slide 26 - Sleepvraag

 Lang verhitten op 100 graden C
Kort verhitten op 72 graden Celcius
Gebruik maken van zout,  azijn of suiker.
Lucht dicht, zonder zuurtof, verpakken
Bewaren onder -12 graden C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren 
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Conserveren
Pasteuriseren

Slide 27 - Sleepvraag

Organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen maken
A
Individu
B
Soort
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 28 - Quizvraag

Kunnen deze verschillende honden vruchtbare nakomelingen krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Wat is determineren?
A
Het scherpstellen met een lens
B
Afvalscheiding
C
Het opzoeken van een naam
D
Iets onder de microscoop bekijken

Slide 30 - Quizvraag

Sleep de voorbeelden van klassieke biotechnologie naar het juiste vakje.
Bacterien 
Schimmels

Slide 31 - Sleepvraag

oude biotechnologie
moderne biotechnologie

Slide 32 - Sleepvraag