Differentiatie les

• Nederlands
• MBO

De jongen die daar loopt, zit bij mij in de klas.

Het betrekkelijk voornaamwoord is:

1. die
2. oud
3. naar
4. ik

Iedereen heeft de vraag goed beantwoord.

1. Iedereen is een verwijswoord.
2. Iedereen is een persoonlijk voornaamwoord.
3. Iedereen is een zelfstandig naamwoord.
4. Iedereen is een onbepaald voornaamwoord.

Die scooter is van mijn vriendin.
Die is

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord

Wat is het vragend voornaamwoord in de volgende zin:
Wie kan mij vertellen hoeveel dat kost?

1. mij
2. hoeveel
3. Wie
4. dat

De erg kleine voetballer liep hard.

Wat zijn bijwoorden?

1. erg kleine
2. erg kleine, hard
3. erg, hard
4. erg

Sleep elk woord naar de juiste woordsoort.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Onbepaald lidwoord

Bepaald lidwoord

Zelfstandig werkwoord

Hulpwerk-

woord

Aanwijzend voor-

naamwoord

Vragend voor-

naamwoord

Voorzetsel

Bijwoord

Welke

dj

treedt

morgen

hier

op

tijdens

het

festival?