In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Voedselketen
Voedselweb
Slide 2 - Tekstslide
Kringloop
In de natuur worden stoffen steeds opnieuw gebruik.
Reducenten nemen organische stoffen op en worden vervolgens omgezet in anorganische stoffen.
Slide 3 - Tekstslide
Producenten en reducenten
Wat zijn producenten?
Wat zijn reducenten?
Slide 4 - Tekstslide
P, C, R
Producenten: planten, autotroof
Consumenten: dieren (ook de bodemdieren),( bacteriën en schimmels)
Reducenten: schimmels en bacteriën
Slide 5 - Tekstslide
Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 6 - Quizvraag
Schimmels behoren tot de reducenten.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wie kunnen eigen voedsel maken?
A
consumenten
B
producenten
C
reducenten
Slide 8 - Quizvraag
Afvaleters behoren tot de consumenten.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Planten
Maken van anorganische stoffen --> organische stoffen
Slide 10 - Tekstslide
Hoe werkt de voedselkringloop?
Mensen eten dieren en planten. Dieren eten planten en andere dieren. Organismen kunnen niet zonder elkaar en je kan er een kringloop van maken.
Producenten: Groene planten zijn de makers van voedingsstoffen. Ze maken glucose en van glucose weer andere stoffen zoals eiwitten en vetten.
Consumenten: Mensen en dieren. Zij eten de planten en krijgen zo voedingsstoffen binnen. Consumeren is een ander woord voor eten en drinken.
In een voedselketen worden producenten gegeten door consumenten van de eerste orde, die op hun beurt weer gegeten worden door consumenten van de tweede orde.
Afvaleterseten op hun beurt weer dode resten van planten en dieren, de resten die ze achterlaten worden afgebroken door bacteriën en schimmels. Zij heten reducenten.
Slide 11 - Tekstslide
maak een voedselketen met dit voedselweb met 4 schakels
Slide 12 - Open vraag
maak een voedselketen met dit voedselweb met 6 schakels
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Open vraag
Wat is fout aan deze kleine voedselketen?
Slide 15 - Open vraag
Welke orde heeft het lieveheersbeestje?
A
1ste orde
B
2de orde
C
3de orde
D
4de orde
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveelste orde is de havik maximaal
A
4de orde
B
5de orde
C
6de orde
D
7de orde
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveelste schakel is de koolmees in de volgende voedselketen: vlierbes -> bladluis -> lieveheersbeestje -> koolmees -> adder -> buizerd