In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 75 min
Onderdelen in deze les
HV2 - Proefwerk Hoofdstuk 2
1. Lees goed en zorgvuldig de vragen door en geef altijd antwoord;
2. De toets bestaat uit een deel meerkeuze en open vragen.
3. Bij vragen steek je je vinger op en kom ik langs!
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Welke 4 reliëfvormen zijn er?
Slide 2 - Open vraag
Welke reliëfvorm hoort bij 1200 meter hoogte?
A
Laagland
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
D
Hooggebergte
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Open vraag
Vraag 2. Iemand doet twee uitspraken:
I De Alpen worden door endogene krachten opgebouwd en door exogene krachten weer langzaam afgebroken. II De afbraak van een gebergte begint met erosie en wordt versterkt door verwering.
A
I en II zijn beide goed.
B
I en II zijn beide fout.
C
I is goed en II is fout.
D
I is fout en II is goed.
Slide 5 - Quizvraag
Vraag 3. Sleep de begrippen naar het juiste gebergte
Jong gebergte
Oud gebergte
Hoge spitse toppen
Steile hellingen
Afgesleten toppen
Flauwe hellingen
Slide 6 - Sleepvraag
Vraag 4a. Bekijk figuur 2. Noteer de juiste begrippen die bij het gebied op de foto passen. Kies uit: endogene krachten, exogene krachten, erosie, heuvelland, middelgebergte, hooggebergte, slenk, horst, U-vormig dal, grondmorenen, oud gebied, jong gebied, verwering.
Slide 7 - Open vraag
Vraag 4b. Een jonggebergte wordt door de tijd heen een oud gebergte. Dit ontstaan door...
A
Endogene krachten
B
Exogene krachten
Slide 8 - Quizvraag
Vraag 4c. Leg je antwoord bij opdracht 4b uit.
Slide 9 - Open vraag
Vraag 5a. Sleep verwering en erosie naar het juiste plaatje.
Verwering
Erosie
Slide 10 - Sleepvraag
Vraag 5b. Welke natuurkracht zorgt ervoor dat een rotsblok als in figuur 4 splijt?
A
Vorstverwering
B
Chemische verwering
C
Oplossing
D
Roesten
Slide 11 - Quizvraag
Vraag 5c. Dit proces (wat je gekozen hebt bij de vorige vraag) vindt ook in de Alpen plaats. Leg uit hoe dit proces hoog in de bergen werkt.
Slide 12 - Open vraag
Vraag 6a. Sleep de begrippen naar de juiste plek in figuur 5.
Kijk goed naar in welk vak het cijfer staat.
Eindmorene
Gletsjerpoort
Gletsjerrivier
Gletsjer
Zijmorene
Slide 13 - Sleepvraag
Vraag 6b. Geef een voorbeeld van hoe een gletsjer bijdraagt aan de afbraak van een landschap.
Slide 14 - Open vraag
Vraag 7a. Bekijk figuur 6.
Hoe noem je het puin dat rechtsboven op de foto ligt?
Slide 15 - Open vraag
Vraag 7b. Bekijk figuur 6. Door welke soort verwering is dat puin daar terechtgekomen?
A
Door biologische verwering
B
Door chemische verwering
C
Door mechanische verwering
Slide 16 - Quizvraag
Vraag 7b. Bekijk figuur 6. Welke twee vervoerders hebben dat puin verplaatst?
A
ijs en water
B
ijs en wind
C
ijs en zwaartekracht
Slide 17 - Quizvraag
Vraag 8. Sleep de begrippen naar de juiste plek in figuur 5.
Kijk goed naar in welk vak het cijfer staat.
Bovenloop
Verwering en Erosie
Middenloop
Erosie en sedimentatie
Benedenloop
Sedimentatie
Delta
Slide 18 - Sleepvraag
Vraag 9a. Bekijk figuur 8.
De rivier op de foto stroomt door...
A
Laagland
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
Slide 19 - Quizvraag
Vraag 9b. Bekijk figuur 8.
Dit is de (...) van de rivier.
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
Slide 20 - Quizvraag
Vraag 9c. Bekijk figuur 8.
In dit deel van de rivier overheerst
A
Erosie
B
Sedimentatie
Slide 21 - Quizvraag
Vraag 9d. Bekijk figuur 8.
Met de cijfers 3 is een (...) aangegeven.
A
Hoefijzermeer
B
Meander
Slide 22 - Quizvraag
Vraag 9e. Bekijk figuur 8.
De erosie is het sterkst bij...
A
Cijfer 1
B
Cijfer 2
Slide 23 - Quizvraag
Deze rivier begint in het hooggebergte en is lang onderweg naar de zee. Welk soort rivier is dit?
A
Gletsjer rivier
B
Gemengde rivier
C
Regen rivier
Slide 24 - Quizvraag
Vraag 10a. Sleep de begrippen naar de juiste plek in figuur 9.
Hard gesteente
Zacht gesteente
Slide 25 - Sleepvraag
Vraag 10b. Leg uit waarom in figuur 9 een waterval is ontstaan.
Slide 26 - Open vraag
Vraag 10c. Waarom zal de waterval steeds verder naar links verschuiven?
Slide 27 - Open vraag
Vraag 11a. Wat is de juiste volgorde van de tekeningen in figuur 10?
A
A-B-D-C
B
B-C-A-D
C
C-B-C-A
D
D-B-A-C
Slide 28 - Quizvraag
Klaar!
Druk op het kruisje onderin en vergeet daarna niet je toets in te leveren.
Je mag wat voor jezelf doen, als anderen die nog bezig zijn met de toets er maar geen last van hebben.