Unité 2: Moi et les autres - heel unité 2 (deel 2)

Unité 2: Moi et les autres - heel unité 2
(deel 2)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Unité 2: Moi et les autres - heel unité 2
(deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

le frère
A
de buurman
B
de neef
C
de broer
D
de vader

Slide 2 - Quizvraag

meilleur
A
vooral
B
natuurlijk
C
altijd
D
beste

Slide 3 - Quizvraag

le fils
A
de jongen
B
de dochter
C
de broer
D
de zoon

Slide 4 - Quizvraag

le chat
A
het paard
B
het dier
C
de hond
D
de kat

Slide 5 - Quizvraag

la cousine
A
de buurvrouw
B
de nicht
C
de zus
D
de vriendin

Slide 6 - Quizvraag

divorcé
A
getrouwd
B
irritant
C
gescheiden
D
sinds

Slide 7 - Quizvraag

mignon
A
verliefd
B
oud
C
schattig
D
alleen

Slide 8 - Quizvraag

le jour/le journée
A
de dag
B
het geluk
C
de halfbroer
D
het jaar

Slide 9 - Quizvraag

la soeur
A
de tante
B
de moeder
C
de vriendin
D
de zus

Slide 10 - Quizvraag

l'enfant
A
het dier
B
het kind
C
de oom
D
de olijf

Slide 11 - Quizvraag

drôle
A
oud
B
grappig
C
irritant
D
mooi, knap

Slide 12 - Quizvraag

le grand-père
A
de grootouders
B
de opa
C
de oma
D
de familie

Slide 13 - Quizvraag

la chance
A
de muziek
B
het geluk
C
het terras
D
het paard

Slide 14 - Quizvraag

vous ...
A
ont
B
avez
C
avons
D
as

Slide 15 - Quizvraag

elle ...
A
as
B
a
C
avons
D
ont

Slide 16 - Quizvraag

on ...
A
ai
B
avons
C
a
D
ont

Slide 17 - Quizvraag

nous ...
A
avez
B
ont
C
ai
D
avons

Slide 18 - Quizvraag

ils ...
A
a
B
ai
C
as
D
ont

Slide 19 - Quizvraag

tu ...
A
ai
B
avez
C
a
D
as

Slide 20 - Quizvraag

14
A
quatre
B
quatorze
C
qautroze
D
quatroze

Slide 21 - Quizvraag

7
A
cinq
B
six
C
huit
D
sept

Slide 22 - Quizvraag

3
A
trois
B
tres
C
trios
D
treize

Slide 23 - Quizvraag

neuf
A
5
B
7
C
9
D
11

Slide 24 - Quizvraag

dix-huit
A
15
B
18
C
17
D
12

Slide 25 - Quizvraag

Je suis fils unique.
A
Ik heb een broer en twee zussen.
B
Ik ben enig kind.

Slide 26 - Quizvraag

C'est mon meilleur ami.
A
Het is mijn Nederlandse vriendin.
B
Het is mijn beste vriend.

Slide 27 - Quizvraag

Tu as quel âge?
A
Hoe oud ben je?
B
Heb je een dier?

Slide 28 - Quizvraag