Taal thema 8, week 2, les 9

• Basisschool

Taal, thema 8 week 2 les 9

Waar denk je aan bij beeldspraak?

Deel voor geheel of geheel voor een deel?
Dat is een mooie Rembrandt.

Deel voor geheel of geheel voor een deel?
De neus kwam zowaar op tijd binnen.

Deel voor geheel of geheel voor een deel?
Onze school verzon de beste reclametekst.

1: Deel voor geheel of geheel voor een deel?
Hallo blote bast. (persoon die veel blote huid laat zien)

Deel voor geheel of geheel voor een deel?
Het hele strand kijkt! (alle mensen op het strand)

2: Deel voor het geheel of geheel voor het deel? En wat wordt er bedoeld?
De stropdas beent resoluut op de vrouw af

Deel voor het geheel of geheel voor het deel? En wat wordt er bedoeld?
Dat blondje lijkt weerloos tegen zijn verkooppraatjes.

3: Vervang het woord/de woorden voor beeldspraak:
ik spaar borden, kopjes, schoolspullen en washandjes met Jip en Janneke erop.

Vervang het woord/de woorden voor beeldspraak:
Vier kinderen van onze school mochten naar het schaakkampioenschap

Wat ga je maken:

Opdracht 1: Zin 3, 4 en 5

Opdracht 2: Zin 3, 4 en 5 

Opdracht 3: Zin 2, 4, 5 en 6