1h/v - H3 Woordsoorten: hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E
Vandaag...
- Op een onbewoond eiheiheiland
- Herhaling H1 en H2 Woordsoorten
- H3 Woordsoorten: werkwoorden
Huiswerk
Dinsdag 15 juni:
- Maken: H1 grammatica (zn en lw) en H2 grammatica (bn)
- Leren: de bijbehorende theorie
Leerdoelen:
- Ik kan zelfstandige naamwoorden, bepaalde en onbepaalde) lidwoorden en (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E
Vandaag...
- Op een onbewoond eiheiheiland
- Herhaling H1 en H2 Woordsoorten
- H3 Woordsoorten: werkwoorden
Huiswerk
Dinsdag 15 juni:
- Maken: H1 grammatica (zn en lw) en H2 grammatica (bn)
- Leren: de bijbehorende theorie
Leerdoelen:
- Ik kan zelfstandige naamwoorden, bepaalde en onbepaalde) lidwoorden en (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Benoem alle bepaalde lidwoorden
Slide 3 - Open vraag
Noem alle onbepaalde lidwoorden
Slide 4 - Open vraag
Benoem de zelfstandige naamwoorden van deze zin: Ik heb een hekel aan de kou op mijn kamer.
Slide 5 - Open vraag
Maak van het volgende werkwoord een zelfstandig naamwoord: aanmoedigen
Slide 6 - Open vraag
Benoem wat is in deze zin een bijvoeglijk naamwoord? Mijn auto is groen van binnen.
A
Auto
B
Binnen
C
Groen
D
Mijn
Slide 7 - Quizvraag
Zelfstandig werkwoord
Het allerbelangrijkste werkwoord in een zin.
In een zin met maar 1 werkwoord is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord.
De persoonsvorm in een zin met 1 werkwoordis een zelfstandig werkwoord.
Voorbeeld:
Ik koop een gebakje. Ik ga een gebakje kopen.
Je kunt naar school lopen.
Slide 8 - Tekstslide
Hulpwerkwoord
Bij meerdere werkwoorden in een zin, staat het zelfstandig werkwoord achteraan.
De overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden. Ze helpen de zin naar het zelfstandig werkwoord toe.
Voorbeeld:
Ik zou je een hand kunnen geven.
Slide 9 - Tekstslide
Wat voor werkwoord is het werkwoord 'moet'? De volgende keer moet je beter opletten.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord is hier een zelfstandig werkwoord? Ik kom je vanavond ophalen.
A
Ik
B
Kom
C
Vanavond
D
Ophalen
Slide 11 - Quizvraag
Benoem alle werkwoorden: Dit weekend heb ik nieuwe boeken gekocht.
Slide 12 - Open vraag
Ik weet wat een zelfstandig werkwoord is
Ja
Nee
Slide 13 - Poll
Ik weet wat een hulpwerkwoord is
Ja
Nee
Slide 14 - Poll
Ik heb extra hulp nodig bij woordsoorten.
Ja
Nee
Slide 15 - Poll
En nu...
Maken:
- H1 grammatica: zelfstandig naamwoord en lidwoord
- H2 grammatica: bijvoeglijk naamwoord
- H3 grammatica: zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
(Klaar? Werk verder aan H4 grammatica: aanwijzend en