3.1 cultuur

      Periode 2
Week 1 t/m 6: H3 Cultuur + H7 Pluriforme 
samenleving
Vakantie (23/12 - 03/01)
Week 7: afronden lesstof H7
Week 8: herhaling + voorbereiden SE
week 9: SE WEEK
Week 10: portfolioweek 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

      Periode 2
Week 1 t/m 6: H3 Cultuur + H7 Pluriforme 
samenleving
Vakantie (23/12 - 03/01)
Week 7: afronden lesstof H7
Week 8: herhaling + voorbereiden SE
week 9: SE WEEK
Week 10: portfolioweek 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Paragraaf 3.1
0 - 5 Boeken en pen pakken
5 - 15 Terugblik vorige les
15 - 50 Uitleg & werken 3.1
50 - 55 Afsluiting

Aan het eind van de les: kan je uitleggen wat cultuur 
is en de verschillen benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlandse cultuur
Cultuur

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

• Je kunt beschrijven wat cultuur is en hiervan voorbeelden 
geven.
• Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse 
dominante cultuur benoemen.
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante 
cultuur en een subcultuur.
• Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren 
en aangeleerd gedrag.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Cultuur 
Cultuur is de verzamelnaam voor alle waarden, 
normen en gewoonten die mensen in een bepaalde 
groep of samenleving met elkaar delen.

Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het 
leven.
Normen zijn gedragsregels.
Een gewoonte is de manier waarop je iets gewend 
bent te doen.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Dominante cultuur 
De dominante cultuur bestaat uit alle waarden, 
normen en gewoonten die de meeste mensen in 
een land met elkaar delen.

Bijvoorbeeld:
De waarde: tolerantie
De norm: op tijd komen bij afspraken
De gewoonte: op de fiets naar school komen


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Dominante cultuur 
In de dominante cultuur staan drie basiswaarden centraal:
 

vrijheid: je mag denken, zeggen en doen wat je wilt
gelijkwaardigheid: alle mensen zijn evenveel waard
solidariteit: je houdt rekening met elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Sub cultuur 
Binnen de dominante cultuur bestaan kleinere cultuurgroepen.
Zij maken deel uit van de dominante cultuur, maar hebben elk 
ook hun eigen gewoonten.

Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep mensen 
binnen de samenleving.
 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag: Waarom vormen skaters een subcultuur?
Gebruik in je antwoord het begrip gewoontes.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Sub cultuur 
Subculturen kunnen met van alles te maken hebben.
Bijvoorbeeld met:
• geloof
• muziek
• werk
• politiek
• woonplaats
• migratie-achtergrond 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke subcultuur hoor jij?

Slide 11 - Woordweb

Of bij welke Subculturen?
       Aangeboren of aangeleerd
Veel kenmerken van jouw persoon zijn aangeboren
bijvoorbeeld je lengte en je talent voor sport.


Maar je gedrag en wat je mooi en normaal vindt, is aangeleerd.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag: Welke aangeboren en welke aangeleerde kenmerken herken je in deze foto over carnaval?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Aan het werk 
1. Maken 3.1 (blz. 54 t/m 57)
2. Nakijken 3.1

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen 
• Je kunt beschrijven wat cultuur is en hiervan voorbeelden 
geven.
• Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse 
dominante cultuur benoemen.
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante 
cultuur en een subcultuur.
• Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren 
en aangeleerd gedrag.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Volgende les
  • paragraaf 3.2:  socialisatie 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies