In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
zelfstandige les gedrag
lees voor je begint bst 3 door
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel 1
Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld
In de komende paragrafen zijn begrippen heel belangrijk. Maak dus een begrippenlijst!
Slide 2 - Tekstslide
Ethologie
Ethologie = studie van het gedrag van dieren
Gedrag = alle waarneembare activiteiten van een dier of mens
Adequaat gedrag = gedrag dat de fitness van een dier vergroot
Slide 3 - Tekstslide
Van prikkel tot handeling
Gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen. Deze handelingen noemen we gedragselementen.
Slide 4 - Tekstslide
Prikkel en respons
Gedrag begint met prikkels.
Prikkels kunnen komen uit:
Externe omgeving (Geur van patat)
Interne omgeving (Honger gevoel)
De reactie van een dier of mens op prikkels noem je een respons
Slide 5 - Tekstslide
Respons
Slide 6 - Sleepvraag
Gedragsystemen
Gedragselementen met een gemeenschappelijk doel vormen samen een gedragssysteem.
Voorbeeld:
De gedragselementen eten zoeken, eten bereiden en eten vormen samen het gedragssysteem voedingsgedrag.
Slide 7 - Tekstslide
Gedragsketen
Als gedrag uit een serie gedragselementen in een vaste volgorde bestaat noemen we dat een gedragsketen.
Een voorbeeld van een gedragsketen is baltsgedrag bij dieren.
Slide 8 - Tekstslide
Onder welk gedragssysteem valt de balts?
A
Voedingsgedrag
B
Terretoriumgedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Sociaalgedrag
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Leerdoel 2
Je kunt omschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen.
Slide 11 - Tekstslide
Gedrag bestuderen
Om onderzoek te doen naar gedrag van dieren en mensen maken onderzoekers gebruik van ethogrammen en protocollen.
Slide 12 - Tekstslide
Ethogram
Als je gedrag gaat bestuderen maak je eerst een ethogram
In een ethogram beschrijf je alle gedragselementen die je kunt bedenken en geef je ze een code. Zie rechts een voorbeeld van een ethogram
Slide 13 - Tekstslide
Protocol
Tijdens het bestuderen van gedrag maak je gebruik van een protocol.
In een protocol noteer je om de zoveel seconden welk gedragselement je ziet. Je gebruikt voor het noteren de afkortingen die je hebt bedacht in je ethogram.
Slide 14 - Tekstslide
Welke vragen kun je beantwoorden aan de hand van een protocol?