Hoofdstuk 6 paragraaf 6.2 deel 2

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom  

economen!

• Wat hebben we tot nu toe gedaan?
• Huiswerk bespreken
• Lesdoelen 6.2 deel 2
• Instructie 6.2 deel 2
• Aan de slag met 6.2
• Evaluatie lesdoelen
• Afsluiting

Welke bijtellen zijn er (2)?

Hoe berekenen we het eigenwoningforfait?

Welke aftrekposten zijn er?

Hoe berekenen we de betaalde hypotheekrente?

Hoe berekenen we het belastbaar inkomen in box 1?

Voorbeeld belastbaar inkomen

Annemijn is hartchirurg en heeft een brutosalaris van  € 6.976 per maand. Over haar jaarsalaris krijgt zij 8% vakantiegeld. Daarnaast heeft zij een huis met een hypotheek van € 450.000,- met een rente van 3,6%.  Het eigen woningforfait is 0,7%, de woningwaarde is € 650.000,-. Verder Komt Annemijn met het OV naar haar werk, het OV kost haar zelf nog € 1.600 per jaar. 

Bereken haar belastbaar inkomen.

• Bruto jaarinkomen 6.976 x 12  = 83.712 / 100 x 108 =                        € 90.408,-
• Bijtelling          € 650.000 / 100 x 0,7 =                                                        €   4.550,-      +
• Aftrekpost     Openbaar vervoer                                                                  €    1.600,-      -
•                            Hypotheek € 450.000 : 100 x 3,6 =                                  €  16.200,-       -
• Belastbaar inkomen                                                                                         € 77.158  

Nu weten we het belastbare inkomen... wat nu?

Schijventarief 

Hoofdstuk 6

Iedereen betaalt belasting

6.1 Je inkomen wordt belast

6.2 Hoeveel belasting betaal je?

6.3 Eerlijk zullen we alles delen

6.4 Iedereen betaalt mee

§6.2 deel 2

• Je kunt de vermogensrendementsheffing in box 3 berekenen.
• Je kunt uitleggen wat de heffingskorting is.
• Je kunt de verschuldigde inkomstenbelasting berekenen. 

Box 3 is voor mensen die vermogen hebben.

Aan de slag met 6.2

Maak opgave 6a - 6b en 7

Je hebt hiervoor 10 minuten de tijd. Als je eerder klaar bent lees de tekst over de heffingskorting goed door en probeer opgave 8 en 9 te maken.

Klaar?

Maak rekenopgave 1 t/m 7 op blz. 192

Heffingskorting = korting op je inkomstenbelasting.

Aan het werk!!

6.1 opgaven 2, 4, 6

herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1

Aan het werk!!

1. Maak vanaf blz. 176 opdr. 6 t/m 9
2. blz. 192 opdr. 5-6-8

Wat vond jij van de lesstof?

lastig    of      makkelijk

1. Maak vanaf blz. 176 opdr. 6 t/m 9
2. blz. 192 opdr. 5-7-9

§ 6.2 deel 2

• Je kunt de vermogensrendementsheffing in box 3 berekenen.
• Je kunt uitleggen wat de heffingskorting is.
• Je kunt de verschuldigde inkomstenbelasting berekenen.