Goed gebekt taak 4
1 / 9
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een contextrijke zin?
Slide 2 - Open vraag
Kies de juiste contextrijke zin:
A
Hij werkt zich uit de naad, want hij is altijd hard aan het werk.
B
Hij werkt zich uit de naad, maar anderen doen dat ook.
C
Hij werkt zich uit de naad, want hij is altijd snel weg.
D
Hij werkt zich uit de naad, maar laat dat niet snel zien.
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent: twee linkerhanden hebben.
Slide 4 - Open vraag
Contextrijke zin: twee linkerhanden hebben
Slide 5 - Open vraag
Contextrijke zin: Over één kam scheren
Slide 6 - Open vraag
Contextrijke zin: objectief
Slide 7 - Open vraag
Contextrijke zin: proactief
