14.1 Zintuigcellen V5 2223

H14: Waarnemen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H14: Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
14.1 Zintuigcellen (plus evenwichtszintuig)
14.2 Gehoorzintuig
14.3 Gezichtszintuig
14.4 Netvlies en de hersenen
14.5 Zintuigen en regeling

Slide 2 - Tekstslide

Doel 14.1
Je leert de verschillende typen zintuigcellen
Je leert hoe de zintuigcellen een prikkel omzetten in een impuls 
Je leert hoe het evenwichtszintuig werkt


Slide 3 - Tekstslide

Zintuigcellen
Zintuigcellen moeten een signaal doorgeven aan een sensorisch neuron.

Slide 4 - Tekstslide

Prikkels
druk
warmte (temp)
geur/ smaak (moleculen)
licht (golflengte)

Slide 5 - Tekstslide

Receptoren - adequate prikkel
Mechanoreceptoren: druk

Thermoreceptoren: temperatuur

Chemoreceptoren: moleculen

Fotoreceptoren: licht

Slide 6 - Tekstslide

Receptoren - impuls
1. Receptorcel ontvangt de adequate prikkel
2. De prikkel zorgt voor het opengaan van Na+ poorten in de zintuigcel
3. Prikkeldrempel bereikt? Volledige depolarisatie van het membraan
4. Ca2+ poorten open, Ca2+ bindt aan neurotransmitter blaasjes
5. Exciterende neurotransmitter komt vrij in de synapsspleet en bindt op het membraan van het sensorische neuron
6. Voldoende neurotransmitter? Impulsgeleiding in het sensorisch neuron naar sensorische schors

Slide 7 - Tekstslide

Receptoren - prikkels
Mechanoreceptoren: druk zorgt voor 
opengaan Na+ poorten. De Na+ poort
is zelf gevoelig voor druk

Thermoreceptoren: temperatuur zorgt
voor openen Na+ poorten, de Na+ poort
heeft een temperatuurgevoelig eiwit 

Slide 8 - Tekstslide

Receptoren - prikkels
Chemoreceptoren: binding moleculen
aan receptor zorgt voor vrijkomen
secundaire boodschapper, die zorgt
voor openen Na+ poorten

Slide 9 - Tekstslide

Receptoren - prikkels
Fotoreceptoren: licht op een licht-
gevoelig eiwit zorgt voor vrijkomen
secundaire boodschapper, die zorgt
voor openen Na+ poorten

Slide 10 - Tekstslide

Receptoren - prikkels
Pijnreceptoren: 
Geen zintuigcelen, maar zenuwuiteinden die reageren op prikkels die schade kunnen geven, zoals te hoge temp, te hoge druk, hoge concentratie chemicaliën. 
Prikkeldrempel ligt veel hoger dan bij zintuigcellen. 
Geven informatie door aan pijncentra in hersenen.

Slide 11 - Tekstslide

Prikkelsterkte
De actiepotentiaal is altijd even sterk. 

Sterkere prikkel =
meer neurotransmitter =
hogere frequentie van actiepotentialen.

Slide 12 - Tekstslide

Adaptatie
Door een langdurige constante prikkel kan de prikkeldrempel  van een receptorcel omhooggaan. 
De receptorcel reageert dan minder op de adequate prikkel. 

Dit heet gewenning of adaptatie. 
De snelheid waarmee adaptatie optreedt verschilt per type receptorcel (tast snel, druk of pijn nauwelijks). 

Slide 13 - Tekstslide

In leidingwater zit een beetje zout. Je drinkt water en in je zoutsmaakzintuigcellen in je tong is een verandering meetbaar.
Toch proef je geen zout. Dit komt doordat:
A
De prikkeldrempel niet is bereikt
B
Er adaptatie is opgetreden
C
Het zout niet de adequate prikkel is
D
Je smaakzintuig geen chemoreceptor is

Slide 14 - Quizvraag

Zintuigcellen hebben over hun membraan een rustpotentiaal. Hoe verandert dit wanneer Na+-poorten openen?
A
Depolarisatie
B
Hyperpolarisatie
C
Repolarisatie
D
Geen verandering

Slide 15 - Quizvraag

H14.1 Je leert hoe het evenwichtszintuig werkt





Hoe komt het dat je draaierig wordt als je uit een zweefmolen stapt?

Slide 16 - Tekstslide

H14.1 Je leert hoe het evenwichtszintuig werkt





Hoe komt het dat je draaierig wordt van alcohol?

Slide 17 - Tekstslide

Evenwichtszintuig
Bevindt zich in het binnenoor.

Registreert de stand van je
hoofd én beweging van je
hoofd.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

met boek/internet een van deze vragen tot op detail uitzoeken

Hoe komt het dat je draaierig wordt als je uit een zweefmolen stapt?

Hoe komt het dat je draaierig wordt van alcohol?
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Evenwichtszintuig - vestibulum
Bevat endolymfe (vloeistof)
Bevat maculae (1)

Slide 21 - Tekstslide

Evenwichtsorgaan: 
2 typen zintuigcellen
Rechtlijnige bewegingen 
macula
Met “steentjes”
Stuurt signalen via het ruggenmerg naar je skeletspieren om rechtop te blijven staan.


Slide 22 - Tekstslide

Macula
Geleilaag met kalksteentjes.
Deze geleilaag en de kalksteentjes
reageren op beweging (als gevolg 
van zwaartekracht of versnelling).
Zintuigharen (ciliën) op de
zintuigcellen registreren deze
verandering

Slide 23 - Tekstslide

Macula - horizontaal

Slide 24 - Tekstslide

Macula 2 - verticaal
Registreert ook zwaartekracht
en versnelling omhoog/ omlaag (lift)

Slide 25 - Tekstslide

Evenwichtszintuig - Halfcirkelvormige
kanalen


Bevat ook 
endolymfe 
én cupula

Slide 26 - Tekstslide

Evenwichtsorgaan: 
2 typen zintuigcellen
Draaibeweging 
cupula
Zintuigharen steken in gelei (zonder steentjes)

Gaat via hersenstam naar je ogen, zodat beeld stabiel is


Slide 27 - Tekstslide

Cupula
Cupula klappen om als de
endolymfe gaat stromen
 

Altijd in tegengestelde
richting van de beweging
(traagheid)

Slide 28 - Tekstslide

Cupulae en de zweefmolen
Als je een tijdje ronddraait op dezelfde snel-
heid registreren je cupulae dit niet (meer).
De vloeistof in de kanalen draait dan op
dezelfde snelheid als het lichaam.
Staat je lichaam daarna stil dan slaan de 
cupula wél weer uit, de vloeistof blijft nog
even draaien: duizelig.

Slide 29 - Tekstslide

Cupulae en alcohol
Stap 1 (begin al na 10 minuten)
Alcohol komt via het bloed in de
cupula. Deze wordt dan lichter dan water. 
De cupula in het vertikale kanaal gaat
zweven.
Draaisensatie!

Slide 30 - Tekstslide

Cupulae en alcohol
Stap 2 (na 6 uur):
Alcohol zit óók in de endolymfe.
De cupula heeft dan weer dezelfde dicht-
heid en zweeft niet.

Slide 31 - Tekstslide

Cupulae en alcohol
Stap 3:
Alcohol is uit de cupula maar nog niet 
uit de endolymfe.
De cupula zakt dan juist in de endolymfe.
Draaisensatie.
Wat helpt? Nieuwe alcohol.

Slide 32 - Tekstslide

Doel 14.1
Je hebt de verschillende typen zintuigcellen geleerd
Je hebt geleerd hoe de zintuigcellen een prikkel omzetten in een impuls 
Je hebt geleerd hoe het evenwichtszintuig werkt


Slide 33 - Tekstslide

BINAS 14.1
BINAS 87D Gehoor en evenwicht

Slide 34 - Tekstslide

Begrippen 14.1
zintuigcellen, adequate prikkel, evenwichtszintuig, vestibulum, halfcirkelvormige kanalen, endolymfe, zwaartekracht, versnelling, maculae, haarcellen, ciliën, cupula, receptorcellen, mechanoreceptoren, thermoreceptoren, chemoreceptoren, fororeceptoren, secundaire boodschapperstof, prikkeldrempel, impulsfrequentie, pijnreceptoren, adaptatie

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Maak de opdrachten van 
14.1: Leerroute B (3 t/m 6)


Slide 36 - Tekstslide