V5 lesvb. 18-11-2024 werkwoorden hf.2

Bonjour tout le monde 
Faites les exercices:
Lire B exercice 20, 22, 23
Grammaire B Ondersteunend: 24abcd Basis: 24 bcd Verdiepend: 24cde
Apprenez le vocabulaire A & B
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde 
Faites les exercices:
Lire B exercice 20, 22, 23
Grammaire B Ondersteunend: 24abcd Basis: 24 bcd Verdiepend: 24cde
Apprenez le vocabulaire A & B

Slide 1 - Tekstslide

Lundi, le 18 novembre 2024
K: Le journal français - répondez aux questions 
K: Corrigez les exercices 22 et 23 
K: Quiz sur les verbes irréguliers 
Z: m. exercice 27, 28 (inleveren di 26-11-2024)
Z: Parlez français - roue aléatoire 

Slide 2 - Tekstslide

Toetsen
week 49 Check Grammaire A,B,C & voca A,B,C

week 51 Oefenodpracht Schrijfv. 

week 3 SE-week Schrijftoets (60 min.)

Slide 3 - Tekstslide

Exercice 22
1 B
2 C
3 B
4 E
5 F
6 A

Slide 4 - Tekstslide

Les verbes irréguliers
Présent: leer alle vormen uit je hoofd
Passé composé:  leer de je-vorm en je kunt alle vormen maken
Imparfait: leer de je-vorm en je kunt alle vormen maken
Futur simple: leer de je-vorm en je kunt alle vormen maken
conditionnel: leer de je-vorm en je alle vormen maken 

Slide 5 - Tekstslide

Le verbe atteindre (bereiken)
Présent:j'atteins, tu atteins, il atteint, nous atteignons, vous atteignez, ils atteignent 
Passé composé: j'ai atteint
Imparfait: j'atteignais ( nous vorm- ons + ais,ais,ait,ions,iez,aient)
futur simple: j'atteindrai (atteindr + ai,as,a,ons,iez,ont)
conditionnel: j'atteindrais (atteindr+ ais, ais,ait,ions,iez,aient) 

Slide 6 - Tekstslide

Le verbe devoir (moeten)
Présent: je dois, tu dois, il doit, nous devons, vous devez, ils doivent
Passé composé: j'ai dû
Imparfait: je devais (nous vorm- ons + ais,ais,ait,ions,iez,aient)
futur simple: je devrai (devr + ai,as,a,ons,iez,ont)
conditionnel: je devrais (devr+ ais, ais,ait,ions,iez,aient) 

Slide 7 - Tekstslide

Le verbe prendre (nemen)
Présent: je prends, tu prends, il prend, nous prenons, vous prenez, ils prennent 
Passé composé: j'ai pris
Imparfait: je prenais ( nous vorm- ons + ais,ais,ait,ions,iez,aient)
futur simple: je prendrai (prendr + ai,as,a,ons,iez,ont)
conditionnel: je prendrais (prendr + ais, ais,ait,ions,iez,aient) 

Slide 8 - Tekstslide

Le verbe suivre (volgen)
Présent: je suis, tu suis, il suit, nous suivons, vous suivez, ils suivent 
Passé composé: j'ai suivi
Imparfait: je suivais (nous vorm- ons + ais,ais,ait,ions,iez,aient)
futur simple: je suivrai (suivr + ai,as,a,ons,iez,ont)
conditionnel: je suivrais (suivr + ais, ais,ait,ions,iez,aient) 

Slide 9 - Tekstslide

Vervoeg:
atteindre - présent - vous
timer
0:25

Slide 10 - Open vraag

Vervoeg:
atteindre - passé composé - tu
timer
0:25

Slide 11 - Open vraag

Vervoeg:
atteindre - imparfait - je
timer
0:25

Slide 12 - Open vraag

Vervoeg:
atteindre - futur simple - vous
timer
0:25

Slide 13 - Open vraag

Vervoeg:
atteindre - conditionnel - il
timer
0:25

Slide 14 - Open vraag

Vervoeg:
suivre - présent - je
timer
0:25

Slide 15 - Open vraag

Vervoeg:
suivre - imparfait - vous
timer
0:25

Slide 16 - Open vraag

Vervoeg:
suivre - passé composé - tu
timer
0:25

Slide 17 - Open vraag

Vervoeg:
suivre - futur simple - elles
timer
0:25

Slide 18 - Open vraag

Vervoeg:
suivre - conditionnel - je
timer
0:25

Slide 19 - Open vraag

Vervoeg:
prendre - présent - tu
timer
0:25

Slide 20 - Open vraag

Vervoeg:
prendre - imparfait - elle
timer
0:25

Slide 21 - Open vraag

Vervoeg:
prendre - conditionnel - tu
timer
0:25

Slide 22 - Open vraag

Vervoeg:
prendre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 23 - Open vraag