Thema 5: Gaswisseling en uitscheiding

Thema 5: 
Gaswisseling en uitscheiding
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: 
Gaswisseling en uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen heeft het ademhalingsstelsel?

Slide 5 - Woordweb

neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën, longen, middenrif, bronchiolen, longblaasjes

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het ademhalingsstelsel?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de neusholte wordt de ademlucht:

A
Gedroogd, verwarmd, gereinigd en gekeurd
B
Bevochtigd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
C
Gedroogd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
D
Bevochtigd, verwarmd, gereinigd en gekeurd

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De neusholte
A
filtert lucht
B
bevochtigd lucht
C
verwarmd lucht
D
a, b & c

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De neusholte wordt afgesloten met:
A
De maagportier
B
Het strotklepje
C
De huig
D
De tong

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de onderdelen van het ademhalingsstelsel?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke levenskenmerken hoort het ademhalingsstelsel?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de neusholte voor het ademhalingsstelsel?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat er gebeurt met je huig en strottenklepje als je je verslikt.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het strottenklepje?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De huig is omlaag en strottenklepje is omhoog. Wanneer is dat?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van de keelholte?
A
Reguleert lucht en voedselstroom
B
Zuivert de lucht van stofjes
C
Verwarmt binnenstromende lucht
D
Beschermt longen tegen beschadiging

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huig sluit de keelholte af
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat sluit de keelholte bij het slikken?
A
Strottenhoofd
B
Huig
C
Strottenklepje
D
tong

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat beschermt de luchtpijp?
A
het strottenhoofd
B
de slokdarm
C
de kraakbeenringen om de luchtpijp
D
de spieren om je luchtpijp heen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De luchtpijp zit
A
voor de slokdarm
B
achter de slokdarm

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het slijm in je keelholte, luchtpijp en longblaasjes?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Iemand met een klaplong heeft het benauwd, doordat er minder gaswisseling optreedt.
Welke delen van de long werken
niet goed bij een klaplong?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Luchtpijptakje

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er bij een klaplong?
A
Er komt lucht tussen de ribben en het borstvlies
B
Er komt lucht tussen de longblaasjes en het longvlies
C
Er komt lucht in de interpleurale ruimte
D
Longblaasjes gaan kapot

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke twee manieren gaat inademen?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand hyperventileert, dat wil zeggen dat hij zijn longventilatie sterk vergroot. Door deze vergrote longventilatie verandert de pH van het bloed. Zal de pH door de vergrote longventilatie stijgen of dalen? Wat is de oorzaak van deze pH-verandering? De pH zal:
A
stijgen, doordat het O2-gehalte van het bloed stijgt
B
stijgen, doordat het CO2-gehalte van het bloed daalt
C
dalen, doordat het O2-gehalte van het bloed stijgt
D
dalen, doordat het CO2-gehalte van het bloed daalt

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies