Closereading - gigagroen

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Sessie 1 - weten wat de kern is
Wat zegt de tekst? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  • schrijfpotlood
  • licht kleurpotlood
  • wisbordje + stift + doekje

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken: 
  • Je wijst met je vinger mee.



  • We zetten een rondje om                                                                             de moeilijke woorden (samen met juf)

Slide 4 - Tekstslide

Doel van de les: 
Aan het eind van de les kunnen we de volgende vragen beantwoorden:

  1.  wat voor soort tekst is het? En hoe weet je dat?
  2.  wat gebeurt er in het verhaal, in het begin, in het midden en aan het eind? 
  3. wie is de hoofdpersoon in de tekst? 
  4. Wat is een passende titel voor deze tekst? 


Slide 5 - Tekstslide

wie?
wat? 
waar? 

Slide 6 - Tekstslide

Over wie gaat deze tekst?
En in welke regel staat dat?

Slide 7 - Open vraag

Wat gebeurt er in de tekst?
En in welke regel staat dat?

Slide 8 - Open vraag

Waar speelt het verhaal zich af?
En in welke regel staat dat?

Slide 9 - Open vraag

Wat voor soort tekst is dit? 
  • verhaal
  • gedicht
  • informatieve tekst
  • liedje
  • recept

Slide 10 - Tekstslide

Als je het verhaal zou moeten navertellen, wat is dan belangrijk om in ieder geval te vertellen? 

vertel het verhaal na: wat gebeurt er in het begin, in het midden en aan het eind? 


Slide 11 - Tekstslide


Wat vind jij een passende titel voor deze tekst?

Slide 12 - Open vraag

Terug naar het doel van de les! 
  • Kunnen we de vragen beantwoorden? 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe vond je deze tekst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Sessie 2: meer informatie krijgen
Hoe wordt het in de tekst gezegd? 
* woorden
* belangrijke details
* opbouw 

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  • schrijfpotlood
  • licht kleurpotlood
  • wisbordje + stift + doekje

Slide 16 - Tekstslide

Afspraken: 
  • Je wijst met je vinger mee.



  • We zetten een rondje om                                                                             de moeilijke woorden (samen met juf)

Slide 17 - Tekstslide

Doel van de les: 
Aan het eind van de les kunnen we de volgende vragen beantwoorden:

  1.  We weten welke woorden er op elkaar rijmen
  2.  Waarom is Stoffel een probleemgeval? 
  3.  Waarom is Stoffel wel /niet een held op sokken ?  


Slide 18 - Tekstslide

zoek zoveel mogelijk woorden uit de tekst die op elkaar rijmen.

Slide 19 - Open vraag

Moeder is erg met Stoffel begaan (regel 10). Wat wordt volgens jullie bedoeld met begaan?

Slide 20 - Open vraag

De schrijver heeft het over een held op sokken (laatste regel). Wat is een held op sokken?
A
een lafaard; iemand die er zo snel mogelijk vandoor gaat,
B
een stripfiguur; die graag op sokken loopt
C
een held; iemand die iets dappers doet

Slide 21 - Quizvraag

Is Stoffel echt een held op sokken?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Terug naar het doel van de les! 
  • Kunnen we de vragen beantwoorden? 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe vond je deze tekst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Sessie 3: we begrijpen het!
wat is de diepere betekenis van de tekst? 
* volgens de schrijver
* voor mezelf
* welke afleidingen en verbanden zijn er? 

Slide 25 - Tekstslide

Doel van de les: 
Aan het eind van de les kunnen we de volgende vragen beantwoorden:

  1.    Wat is de boodschap van deze tekst? Wat wil de schrijver eigenlijk zeggen? 


Slide 26 - Tekstslide

Wat is de boodschap van deze tekst?
Wat wil de schrijver eigenlijk zeggen?

Slide 27 - Open vraag

Tekenen! 
Lees de tekst nog een keer goed door.
Maak bij iedere strofe van het gedicht een passende tekening. Iedere strofe krijgt zijn eigen cirkel in de gebeurtenisketting.

Slide 28 - Tekstslide

Gebeurtenisketting

Slide 29 - Tekstslide

Terug naar het doel van de les! 
  • Kunnen we de vragen beantwoorden? 

Slide 30 - Tekstslide

Hoe vond je deze tekst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll