Stunde 1 - Märchen mit Rotkäppchen-LEGO

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Literatuur


Doorgaans wordt er onderscheid gemaakt tussen literatuur en lectuur. Schrijvers van lectuur zouden de lezer slechts ontspanning willen bieden, terwijl literaire schrijvers juist pogen hun gevoelens op een artistieke manier naar de lezers te vertolken. Een andere opvatting van literatuur is dat het geheel aan teksten dat door een bepaalde gemeenschap wordt gewaardeerd, als waardevol wordt gezien en smaakvol geschreven is.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdgenres literatuur
1. Lyriek: de auteur vertelt zelf.
                    dichtkunst: vorm en ritme van taal.
2. Epiek: de auteur laat de personages spreken.
                    Verhalen bevatten een belangrijke boodschap.
3. Dramatiek: auteur spreekt zelf en laat personages spreken.
                     Komedie, Tragedie, Tragikomedie.
                     Burgerlijk moraal wordt aangesproken.

Slide 3 - Tekstslide

- Aan het einde van deze les kan ik vertellen wat ik van het sprookje heb geleerd. 

- Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe Märchen zijn ontstaan.

- Aan het einde van de les kan ik vertellen welk belangrijk motief het sprookje ‘der Teufel mit den drei goldenen Haaren’ bevat en wat dit mij heeft geleerd.

- Aan het einde van de les kan ik drie belangrijke Duitse woorden uit de tekst uitleggen, die ik voorheen nog niet kende.

Slide 4 - Tekstslide

Märchen

Slide 5 - Woordweb

Märchen
„Die deutschen Wörter, Märchen‘ (Mhd. [mittelhochdeutsch] maerlîn) sind Verkleinerungsformen zu ‚Mär‘ (ahd. [althochdeutsch mârî; mhd. maere […], Kunde, Bericht, Erzählung, Gerücht), bezeichnen also ursprünglich eine kurze Erzählung. Wie andere Diminutive [Verkleinerungsformen] unterlagen sie früh einer Bedeutungsverschlechterung und wurden auf erfundene, auf unwahre Geschichten angewendet […].“ (Lüthi, 1990, S1)

Slide 6 - Tekstslide

Märchen
„Zum Begriff des Volksmärchens gehört, daß es längere Zeit in mündlicher Tradition gelebt hat und durch sie mitgeformt worden ist, während man das Kunstmärchen zu Individualliteratur rechnet, geschaffen von einzelnen Dichtern und genau fixiert, heute meist schriftlich, in früheren Kulturen durch Auswendiglernen überliefert.“ 
(Lüthi, 1990, S5)

Slide 7 - Tekstslide

Volksmärchen


  • Onduidelijk waar een sprookje zich afspeelt.
  • Pratende dieren/planten helpen held
  • raadsels/opgaven in 3x
  • Held = jongst/domst/het stiefkind, etc.
  • Tegenstellingen in het verhaal
  • Onverwachte gebeurtenissen vinden plaats in het dagelijks leven
Brüder Grimm

Slide 8 - Tekstslide

Kunstmärchen
  • Er is een auteur
  • Verhaal is opgeschreven
  • Ook innerlijke verandering (psychisch)

Slide 9 - Tekstslide

Sprookjesmotieven

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

                                  Aufgabe 1
1. Lest das Märchen

Was wisst ihr über:
2.  die Hauptperson?
3. die Geschichte?

4. Welche Wörter habt ihr aufgesucht + Bedeutung.
Notiere eure Antworten in 'vak 1'

Slide 13 - Tekstslide

                                  Aufgabe 2
1. Sucht Kennzeichen von 
Volksmärchen und Kunstmärchen.

2. Notiert in 'vak 2', ob dieses Märchen 
ein Kunstmärchen oder Volksmärchen ist.

3. Notiert 3 Punkte, an denen ihr das gesehen habt. 
Notiere eure Antworten in 'vak 2'

Slide 14 - Tekstslide

                                  Aufgabe 3
1. Formuliertje 2 'Leserfragen'



2. Fangt eine Diskussion an, in der ihr versucht 
eine Antwort auf die Frage zu formulieren..
3. Notiert Stichwörter aus dieser Diskussion in 'vak 3'
Notiere eure Antworten in 'vak 3'

Slide 15 - Tekstslide

                                  Aufgabe 4
1. Markiert im Text alle Motiven.
2. Zeichnet in 'vak 4' das wichtigste Motiv.

3. Erklärt in Wörtern, weshalb dieses Motiv
 am wichtigsten ist.
4. Was hat dieses Motiv euch gelernt? 
(Denke dabei an aktuellen Sachen)
Notiere eure Antworten in 'vak 4'

Slide 16 - Tekstslide


Wat zou je in de volgende literatuurlessen graag anders zien?

Slide 17 - Open vraag


Wat is het belangrijkst dat je deze lessen hebt geleerd?

Slide 18 - Open vraag