thema 1, les 19 wie/wat/waar

doel:
Ik leer zinnen langer maken door:

een wat-deel
een aan wie of voor wie deel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

doel:
Ik leer zinnen langer maken door:

een wat-deel
een aan wie of voor wie deel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De juf doet voor
Lotte pakt een boterham.
Wat deel.   Vraag: Wat pakt Lotte?

Wij koken voor oma.
Aan wie/voor wie deel.    Vraag: Aan wie/voor wie koken wij?


Slide 3 - Tekstslide

De juf doet voor
De vader bakt brood voor zijn familie.
Wat deel. Vraag:   Wat bakt de vader?

Hij verkoopt de auto aan Pim
Aan wie/voor wie deel.    Vraag:  Aan wie/voor wie verkoopt hij de auto?


Slide 4 - Tekstslide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het wat-deel?
Pieter gooit een bal.
A
Pieter
B
gooit
C
een bal

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het aan wie/voor wie deel?

Vinz geeft aan juf Anne een cadeau.
A
Vinz
B
geeft
C
aan juf Anne
D
een cadeau

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het wat-deel?
Niels bakt pannenkoeken voor zijn broertje.
A
pannenkoeken
B
bakt
C
voor zijn broertje
D
Niels

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het aan wie/voor wie deel?
Vajèn haalt voor oma de boodschappen.
A
Vajèn
B
haalt
C
de boodschappen
D
voor oma

Slide 9 - Quizvraag

Maak langer met een wat-deel.
Steijn vraagt.........

Slide 10 - Woordweb

Maak langer met een wat-deel.
Morgen gaat Sep..................vangen.
A
een vis
B
door de school
C
voor Fleur
D
lekker

Slide 11 - Quizvraag

Maak langer met een voor wie-deel.
Luuk geeft ......................een knikker.
A
aan Luuk
B
de oven
C
met de auto
D
een mooie

Slide 12 - Quizvraag

Maak langer met een aan wie/voor wie-deel.
Fem brengt....................de krant rond.
A
voor haar buurjongen
B
gisteren
C
aan juf Marion
D
voor wie

Slide 13 - Quizvraag

Maak langer met een wat-deel.
Fleur vertelt........

Slide 14 - Woordweb

Maak langer met een wat-deel.
Nanet vindt.......................

Slide 15 - Woordweb

Maak langer met een aan wie/voor wie-deel.
Fabian geeft aan..................een potlood.

Slide 16 - Woordweb

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 17 - Tekstslide