r. 50-70 (alinea 44)

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

We beginnen met r. 50-56

Dit hebben jullie als het goed is al vertaald.

Haec Phileros dixit, illa Ganymedes (respondit):

Narratis quod nec ad caelum nec ad terram pertinet,

Jullie vertellen wat ............................................. te maken heeft

Wat bedoelt Ganymedes met "quod nec ad caelum nec ad terram pertinet"

1. grapjes
2. nutteloze dingen
3. leugens
4. filosofie

cum interim nemo curat, quid annona mordet.

noteer wat je hebt vertaald

Non mehercules hodie buccam panis invenire potui.

Et quomodo siccitas perseverat.

Iam annum esuritio fuit.

Aediles male eveniat

qui cum pistoribus colludunt

Serva me, servabo te

Itaque populus minutus laborat.

nam isti maiores maxillae semper Saturnalia agunt

Welke van de volgende nominativi uit dit stukje had niet betrekking op Safinius?

1. certus
2. piper
3. ego
4. is

Welk woord uit dit stukje van r. 57-derectum is in een anafoor gebruikt?

1. non
2. sed
3. sic
4. nec

1. bakkers
2. de aedielen
3. de Aziaten
4. de rijke mensen

1. bakker
2. aediel
3. consul
4. vrijgelatene

Wat doe je het liefst met de resterende tijd?

1. zelf leren en vragen mogen stellen
2. samen de ppt slavernij doorspreken
3. samen het leerdocument doornemen
4. samen Parnassus doornemen