Antibioticum

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les weet je:
·    Welke micro-organismen ziekten kunnen veroorzaken;
·    Wat de verschillen zijn tussen virussen, bacteriën, schimmels
·    Hoe antibiotica werken;
·    Welke verschillende groepen antibiotica er zijn;
·    Wat resistentie is en wat overgevoeligheid;
·    Wat de gevaren zijn van resistentie;
·    Op welke manier antibiotica gebruikt moeten worden;


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
C5 eerste jaars periode 2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les weet je:
·    Welke micro-organismen ziekten kunnen veroorzaken;
·    Wat de verschillen zijn tussen virussen, bacteriën, schimmels
·    Hoe antibiotica werken;
·    Welke verschillende groepen antibiotica er zijn;
·    Wat resistentie is en wat overgevoeligheid;
·    Wat de gevaren zijn van resistentie;
·    Op welke manier antibiotica gebruikt moeten worden;


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen (2)
Aan het eind van de les kan je:
·    Uitleggen waarom het vaak niet nodig is om een antibiotica te gebruiken;
·    Uitleggen wat resistentie is en wat we daartegen kunnen doen;
·    Voorlichting geven over het gebruik van antibiotica;

Slide 2 - Tekstslide

Op welke drie manieren kunnen bacteriën resistent worden?

Slide 3 - Open vraag

In Nederland worden aan mensen weinig antibiotica gegeven. Toch is ook hier een probleem met resistentie. Hoe komt dat?

Slide 4 - Open vraag

Waar staan de letters SWAB voor en wat doet deze stichting?

Slide 5 - Open vraag

Welke drie regels gelden voor juist gebruik van antibiotica?

Slide 6 - Open vraag

Welke twee zaken moet een arts bedenken voordat deze een antibioticum voorschrijft?

Slide 7 - Open vraag

Onder resistentie wordt verstaan:
A
de bacterie kan niet tegen het antibioticum
B
de bacterie kan wel tegen het antibioticum
C
de mens kan niet tegen het antibioticum
D
de mens kan wel tegen het antibioticum

Slide 8 - Quizvraag

Onder overgevoeligheid (allergie) wordt verstaan:
A
de bacterie kan niet tegen het antibioticum
B
de bacterie kan wel tegen het antibioticum
C
de mans kan niet tegen het antibioticum
D
de mens kan wel tegen het antibioticum

Slide 9 - Quizvraag

Noem vier situaties waarbij een antibioticum profylactisch wordt toegepast

Slide 10 - Open vraag

P. Voskuijl, huisarts
Examenstad                                                                                 14-02-202x

R/ amoxicilline - clavulaanzuur 500/125 mg, 20 tabletten
S. 3 maal daags 1
                                                                              PV
De heer G. Liekens
Bloemstraat 6
Examenstad

Casus

Slide 11 - Tekstslide

achtergrondinformatie
In de geneesmiddelhistorie staat, dat de patiënt (geboren 08-11-1949) een verminderde nierwerking heeft met GFR van 25 ml/min. Verder lijdt hij aan COPD en heeft sinds gisteren last van benauwdheid en opgeven van wat wit sputum. Bij longonderzoek was zijn FEV 60% Heeft geen koorts.

Slide 12 - Tekstslide

Is hier een antibioticum geïndiceerd?

Slide 13 - Open vraag